e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q211p plaats=Bocholtz

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
penitentie penitenz (du.): penitents (Bocholtz) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
penwortel van een den grote wortel: grūsǝ wōtsǝl (Bocholtz) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
peper peper: peffer (Bocholtz) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
persblok dekkel met klap: dękǝl met klap (Bocholtz) Blok waarmee in de vormbakpers de klei in de vormen wordt aangedrukt. De dekkel met klap uit Q 211 vormde het persblok van een kleine pers die bestond uit een ronde tafel met twee vaste vormen erin. De klei werd aangestampt door een persblok dat aanvankelijk met de hand werd bediend en later met behulp van een motortje. [monogr.] II-8
persen werken: wɛrkǝ (Bocholtz) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
pet met opstaand bovenstuk boerenkap: Moeilijk leesbaar.  boerekop (Bocholtz) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen kap: kap (Bocholtz, ... ), als een bristolpot  kap (Bocholtz), pats: patsj (Bocholtz) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petekind patekind: patekink (Bocholtz) een petekind [patekink] [N 96D (1989)] III-2-2
piano klavier (du.): Karte 244.  Klavier (Bocholtz), piano: Karte 244.  pi`jāno} m. (Bocholtz), vleugel: vlüegel (Bocholtz) 2. Vleugel (muziekinstrument). || Klavier. III-3-2
piepen piepen: pīpǝ (Bocholtz) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12