e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
carnaval add. vastelavond: vasteloavendsverein (Bocholtz) Carnavalsvereniging. III-3-2
carnavalsoptocht vastelavondsopzug (<du.): vasteloavendsóptsóg (Bocholtz) Carnavalsoptocht. III-3-2
castreren kwetsen: kwɛtšǝ (Bocholtz), lubben: løbǝ (Bocholtz) In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
catechismus christenleer: kristelier (Bocholtz) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: kategismus (Bocholtz) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
cervelaatworst belster: belster (Bocholtz), cervelaatworst: servelaatwoesj (Bocholtz) cervelaatworst [N 06 (1960)] III-2-3
ciborie ciborie (<lat.): tsieborie (Bocholtz) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
circus circus: tsirkes (Bocholtz) 1. Circus. III-3-2
colbertjasje jasje: jäsje (Bocholtz, ... ), rokje: röksje (Bocholtz, ... ) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
collectant collectant (fr.): kollektant (Bocholtz) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3