e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholtz

Overzicht

Gevonden: 2628
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heiligenmedaille medaille (<fr.): medalje (Bocholtz) Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
hek hek: hɛk (Bocholtz) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hek aan de ingang van een wei vouwere: vǫu̯wǝrǝ (Bocholtz) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hel hel: de hèl (Bocholtz) De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)] III-3-3
hemel hemel: der himmel (Bocholtz), himəl (Bocholtz) De hemel [himmel, heemel]. [N 96D (1989)] || hemel [RND] III-3-3
hemelvaartsdag christi hemelvaart: Kriste himmelvaart (Bocholtz), hemelvaartsdag: Himmelvaartsdaag (Bocholtz) Hemelvaart, Hemelvaartsdag [Hiemelvaart, Himmelvaatsdag, Himmelvaat, Kriste hiemmelvaat]. [N 96C (1989)] III-3-3
hen met kuikens kloek: kluk (Bocholtz) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hen zonder staart stopstaart: štupštats (Bocholtz) [N 19, 62b; monogr.] I-12
hengst hengst: heŋs (Bocholtz) Ongesneden mannelijk paard. [JG 1a, 1b; A 4, 2b; L 20, 2b; L 39, 42; L A1, 166; S 27; Wi 8; monogr.] I-9
hengstebit ring op het gebit: reŋk op ǝt jǝbes (Bocholtz) Bit met een beugel in plaats van een kinketting. [N 13, 50] I-10