e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
modder, slijk modder: môdder (Boekend) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
modderkruiper meerkat: meirkat (Boekend) weeraal: Hoe heet de weeraal of modderkruiper, een gestreept slangvormig visje met voeldraadjes aan de bek dat in sloten en poelen voorkomt en bij naderend onweer onrustig wordt? [N100 (1997)] III-4-2
moedervlek moedervlek: moodervlek (Boekend) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1
moeilijk vooruitkomen zwaar vooraan komen: zwaor vuraan kome (Boekend) lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moeras broek: brōk (Boekend) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
moestuinx hofje: höfke (Boekend) Hoe noemt u: het stuk grond waarop groenten worden gekweekt (hof, moeshof, potagehof, lochting) [N 71 (1975)] I-7
mof mof: moof (Boekend) mof, koker van bont waarin met beide handen steekt [mof, moef, sjtoek] [N 23 (1964)] III-1-3
mokken pruilen: proële (Boekend) pruilen [pratte, nen troesmond zette, lippe] [N 10a (1961)] III-1-4
molsla molsalade: molslaaj (Boekend), postelein: postelein (Boekend) De bladeren van een paardebloem die onder een molshoop gee en mals blijven en die als sla gegeten worden (molsla, suikerij, veldsla, platter). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: de sla die verkregen wordt van de gewone in t wild groeiende paardenbloem door deze af te sluiten van zonlicht (ook verbeterde soorten) (molsla) komt vaak spontaan voor in molshopen [N 71 (1975)] I-7
mompelend heen en weer draaien beuken: boëken (Boekend) Mompelend heen en weer draaien (moesjanken). [N 84 (1981)] III-1-2