18589 |
overall |
overall (eng.):
överal (L269b Boekend)
|
overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18695 |
overhemd |
sporthemd:
sporthemd (L269b Boekend)
|
overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17889 |
overhoop halen |
overhoop halen:
overhoup hoale (L269b Boekend)
|
Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18553 |
overjas (alg.) |
jas:
jas (L269b Boekend),
mantel:
mantel (L269b Boekend),
overjas:
auverjas (L269b Boekend),
euver jas (L269b Boekend),
winterjas:
wingter jas (L269b Boekend),
winterjas (L269b Boekend)
|
herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || jas, lange zwarte (over)~ [pergeerjas, -keel, flankert] [N 23 (1964)] || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19484 |
overloop |
overloop:
överlaup (L269b Boekend)
|
Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
33560 |
overrijp, beurs |
overrijp:
euverriêp (L269b Boekend)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
I-7
|
33339 |
paardsknecht, eerste knecht |
grote knecht:
gruǝtǝ [knecht] (L269b Boekend),
paardsknecht:
pɛrts[knecht] (L269b Boekend)
|
Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.]
I-6
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
lomp dik:
loomp diek (L269b Boekend),
opgeblazen gevoel:
opgeblaoze geveul (L269b Boekend)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17874 |
pak slaag |
pak slaag:
ein pak slaeg gaeve (L269b Boekend),
pak smeer:
ein pak smaer (L269b Boekend)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)]
III-1-3
|