e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rib rib: röb (Boekend) rib, ribben [N 10 (1961)] III-1-1
ribben in stukken delen kluiven: kløjvǝ (Boekend) [N 28, 104; N 28, 106a; monogr.] II-1
rijbroek rijboks: riebooks (Boekend) rijbroek met nauw om het onderbeen sluitende pijpen [N 23 (1964)] III-1-3
rijen mesthoopjes markeren aftreden: āftrē̜i̯ǝ (Boekend) Voordat er mesthoopjes in evenwijdige rijen op een akker worden uitgereden, schrijdt de boer het perceel af, waarbij hij om de zoveel passen het begin van elke rij markeert met een bepaald teken (een stokje, een kuiltje in de grond, een hoopje aarde e.d.). De afstand tussen de rijen kan variëren van 3 tot 9 meter. Bepalend voor die afstand is de hoeveelheid mest die de bodem nodig heeft, ofwel de hoeveelheid mest die beschikbaar is. [N M, 11; N 11A, 22] I-1
rijglaars rijglaars: rieglaars (Boekend, ... ) laars waarvan het beenstuk moet worden dichtgeregen [N 24 (1964)] III-1-3
rijp, rijmx rouwvorst: rauwvors (Boekend) rijp, rijm [DC 48 (1973)] III-4-4
rijshout, bonenstaak bonenstaak: boenestaak (Boekend), erwtenrijs: erterieəs (Boekend) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] || Hoe noemt u: de schuingeplaatste vrijstaande stokken of 2, 3 of 4 stokken die naar elkaar toe gebogen staan, waartegen rankbonen omhooggroeien (bonenstok, boonstaak) [N 71 (1975)] I-7
rijstebrij rijstepap: Syst. WBD  riestepap (Boekend) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstevlaai: Syst. WBD  riêstevlaai (Boekend) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijtuig kar: kɛr (Boekend), rijtuig: ritȳx (Boekend) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13