e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schil van een vrucht schaal: de schaal (Boekend) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] I-7
schilmesje, aardappelmesje patattenmetsje: petattemetske (Boekend) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schip schip: scheep (Boekend) schip; de kapitein van het schip .... vroeger nog matroos geweest. [DC 45 (1970)] III-3-1
schoeisel t leer]: vootgrei (Boekend, ... ) schoeisel, het geheel van schoenen, laarzen e.d. [voetgetöch [N 24 (1964)] III-1-3
schoen: algemeen schoen: schoon (Boekend, ... ) schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
schoen: spotnamen treder: traiers (Boekend), traijers (Boekend) schoen: spotbenamingen [N 24 (1964)] III-1-3
schoenen poetsen poetsen: schoon poetse (Boekend), schoenen poetsen: schoon poetse (Boekend) Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)] III-1-3, III-2-1
schoenlepel schoentrekker: schoontrekker (Boekend, ... ) schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3
schoensmeer schoenpoets: schoon poets (Boekend, ... ) Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)] III-1-3, III-2-1
schoenveter schoenriem: schoonreem (Boekend, ... ) schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3