| 33307 |
schoffelmachine |
schoffelploegje:
sxufǝlpløxskǝ (L269b Boekend)
|
Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51]
I-5
|
| 17964 |
schokschouderen |
de schouders optrekken:
schouwers optrekke (L269b Boekend)
|
schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 21425 |
schoolcijfer |
punt:
punt (L269b Boekend)
|
cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 21426 |
schoolrapport |
getuigschrift:
getuugschrif (L269b Boekend)
|
schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 19424 |
schoon, rein |
proper:
praoper (L269b Boekend)
|
Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 27939 |
schoor |
schoor:
sxǭr (L269b Boekend)
|
Schuine steunbalk tussen muurstijlen en regels. Zie ook afb. 47. [N 4A, 52c; N 31, 45d]
II-9
|
| 17648 |
schoot |
slip:
slup (L269b Boekend)
|
Schoot: de ruimte in de bocht tussen onderlijf en dijen bij een zittend persoon (schoot, slip, slup). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 34660 |
schootskleed |
deken:
dɛ̄kǝ (L269b Boekend),
scholk:
sxolek (L269b Boekend)
|
Leren vel dat over de schoot van de koetsier en de passagiers van een rijtuig gelegd werd als bescherming tegen de koude. [N 101, 20, monogr]
I-13
|
| 18331 |
schootsvel |
sloop:
slup (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
schootsvel, voorschoot van leer of grove stof, gedragen door ambachtslieden [voorvel, sloop] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 17962 |
schop |
stamp:
stampe (L269b Boekend)
|
Trap: harde stoot met de voet (trap, schop, stamp). [N 84 (1981)]
III-1-2
|