| 25426 |
slachthout |
slachthout:
slaxhǫlt (L269b Boekend)
|
Het stuk hout waaraan het geslachte dier ter verdere verwerking wordt opgehangen. De semantische overeenkomst met "spanhout" is vrij groot, omdat het spanhout en het slachthout tegelijk de functie kunnen hebben het "dichtklappen" van het dier te voorkomen. Toch zijn beide begrippen in twee aparte lemmata verwerkt. Zie ook het lemma ''spanhout''. [N 28, 64; N 28, 66; N 5aII, 62b]
II-1
|
| 25343 |
slachtklaar |
vaardig:
vɛrdex (L269b Boekend)
|
Bij het lezen van dit lemma moet men beseffen dat het begrip "slachtklaar" door de respondenten verschillend opgevat kan zijn. De betekenis kan zijn "vet genoeg om geslacht te worden" of "gereed staande voor de slachter of het slachthuis". [N 3a, 78]
II-1
|
| 34049 |
slachtrijp |
vaardig:
vɛrdex (L269b Boekend)
|
Vet genoeg om geslacht te worden, gezegd van het mestkalf. [N 3A, 78]
I-11
|
| 17871 |
slag |
klets:
klets (L269b Boekend),
mep:
mep (L269b Boekend),
opneuker:
opneuker (L269b Boekend)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] || Slag, klap: een slaande beweging met het doel om te treffen (gleer, smijt, klets, wiks, batter, bats, veeg, ketter, maai). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 17553 |
slank |
smal:
smaala gebouwd (L269b Boekend)
|
Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 17835 |
slaperig |
slaperig:
slaoperig (L269b Boekend)
|
Slaperig: geneigd zijn tot slapen (slaperig, dommelig, dwaas, vaakluis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 20647 |
slappe koffie |
begijnenkoffie:
Syst. WBD
begienekoffie (L269b Boekend),
slappe koffie:
Syst. WBD
slappe koffie (L269b Boekend)
|
Slappe koffie (lierie, loerie, zwadder, zwoelie, poelie, poelespaat, poelieprats, laarie, paalie, pèùjt, merriezèèjk?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 18411 |
slappe vilten hoed |
gleufhoed:
gleufhood (L269b Boekend)
|
deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 25216 |
slecht dragend ijs |
zwak ijs:
zwaak iês (L269b Boekend)
|
slecht dragend ijs [papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 17542 |
slecht groeien |
daar zit de krot in:
dao zit de krot in (L269b Boekend)
|
Slecht groeien, gezegd van een kind (kooieren). [N 84 (1981)]
III-1-1
|