18375 |
dameslaars |
stevel:
stevel (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18370 |
damesschoen met hoge of halfhoge hak |
hakschoen:
hakschoon (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19633 |
dampen |
dampen:
dampen (L269b Boekend)
|
Wat zegt u in uw dialect tegen \"dampen\"? (dampen, dompen, doempen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
17702 |
darm |
darm:
derm (L269b Boekend)
|
darm, darmen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
25435 |
darmen |
dikke darm:
dikǝ dɛrm (L269b Boekend),
dunne darm:
dønǝ dɛrm (L269b Boekend),
vijfvingerdarm:
vī.fveŋǝrdɛrm (L269b Boekend)
|
In dit lemma zijn geïnventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.]
II-1
|
25453 |
darmen met worstvlees vullen |
worst maken:
[worst] mākǝ (L269b Boekend)
|
Het kleingemaakte vlees en vet in de schoongemaakte darmen doen. Dit kan gebeuren door het vlees en vet met de duim door een trechter in de over de tuit van de trechter ge-schoven darm te duwen. Men gebruikt hiertoe ook wel een koeiehoren waarvan de punt is verwijderd. Moderner is het gebruik van een aanzetstuk op de worstmolen: over dit holle aanzetstuk wordt de darm geschoven; het vlees worden bovenin de molen gedaan en door de buis in de darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''worst maken''. Een object "darmen", "vlees", "pensen", "worst" e.a. wordt niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 119; monogr.]
II-1
|
25452 |
darmen schoonmaken |
darmen schrabben:
[darmen] sxrabǝ (L269b Boekend)
|
De darmen die als omhulsel voor de worst gebruikt worden, worden eerst leeggeperst. Daarna worden ze verder schoongemaakt door ze binnenste buiten te keren en ze met al dan niet zout water af te wassen, of door het resterende vuil weg te krabben. Meestal worden de darmen vervolgens uitgekookt. Het object "darmen" is niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 117; monogr.]
II-1
|
18250 |
das, sjaal |
das:
das (L269b Boekend)
|
das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18592 |
dasspeld |
dasspeld:
dasspeld (L269b Boekend)
|
dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33519 |
dauw op vruchten |
waaslaag:
was laog (L269b Boekend)
|
Het tijdens de rijping op druiven, pruimen, appelen, etc. ontstane laagje dat de glans verdoft en aan de vruchten een frisse aanblik geeft (dauw, loom, dons, was). [N 82 (1981)]
I-7
|