| 34142 |
de grond omwoelen |
wroeten:
vrø̄tǝ (L269b Boekend)
|
Met de hoorns de grond omwoelen, gezegd van de koe. [N 3A, 9c]
I-11
|
| 19450 |
de heg knippen |
de heg knippen:
de hek knippe (L269b Boekend)
|
De heg knippen (knippen, scheren, vegen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
(de koe) hɛlt ǫp (L269b Boekend)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
| 34231 |
de melk laten lopen |
deruitlopen:
(de melk) lø̜p dǝrūǝt (L269b Boekend)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
| 25436 |
de organen verwijderen |
gekluit uithalen:
gǝklø̜jt ūthǭlǝ (L269b Boekend)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87]
II-1
|
| 18062 |
de stuipen hebben |
de stuipen hebben:
de stùūpe höbbe (L269b Boekend)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 19639 |
de tafel afruimen |
opruimen:
opruume (L269b Boekend)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
| 19640 |
de was blauwen |
een popje blauwsel derin doen:
ein pöpke blauwsel der in doon (L269b Boekend)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
| 19440 |
de was mangelen |
mangelen:
mangele (L269b Boekend)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 19437 |
de was spoelen |
spoelen:
speule (L269b Boekend)
|
Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|