19375 |
gang |
gang:
gank (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
De doorloop in een huis die de huisdeur met de vertrekken verbindt (gang, vloer, corridor, leid) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
34548 |
gans |
gans:
gǭs (L269b Boekend)
|
[A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.]
I-12
|
33472 |
gat in een klein dakschild |
uilegat:
ylǝgāt (L269b Boekend)
|
In het kleine dakschild (boven de korte gevel) van een schilddak treffen we vaak een gat (soms een luik) aan om de zolder te beluchten en te belichten. De benamingen zijn vaak, vanwege functionele overeenkomst, dezelfde als voor het venster onder een dakwelving (zie dat lemma, 4.2.13). [N 4A, 45a; N 4, 26c]
I-6
|
25001 |
gat, opening |
gat:
ein gaat (L269b Boekend),
WLD
een gaat (L269b Boekend)
|
gat (znw enk) [N 26 (1964)]
III-4-4
|
25002 |
gat, opening (mv) |
gater:
twiê gater (L269b Boekend),
WLD
twīē gater (L269b Boekend)
|
gaten (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-4
|
19446 |
gazon |
grasveld:
graasveld (L269b Boekend)
|
Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20742 |
gebakje |
gebakje:
Syst. WBD
gebakje (L269b Boekend)
|
Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20683 |
gebakken aardappelen |
patattenschijfjes:
Syst. WBD
petatteschiefkes (L269b Boekend)
|
In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17623 |
gebit |
gebit:
gebeet (L269b Boekend),
tanden:
(de teng) (L269b Boekend)
|
gebit [N 10a (1961)]
III-1-1
|
20182 |
geboren worden |
geboren werden:
geboare wére (L269b Boekend)
|
Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|