18639 |
ijsmuts |
ijsmuts:
iesmuts (L269b Boekend)
|
ijsmuts [N 25 (1964)]
III-1-3
|
32767 |
ijzeren eg |
ijzeren [eg]:
īzǝr [eg] (L269b Boekend)
|
De drie- of vierhoekige eg waarvan zowel het geraamte als de tanden van ijzer waren; zie afb. 55 en 56. Waar zulk een eg als onkruideg en/of als zaadeg diende, is vermeld in de betrokken lemmata verderop. De vorm die de ijzeren eg ter plaatse kon hebben, is hieronder voorgesteld door de tekens ∆ en vierkant. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a + 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N 11A, 161; N J, 10; A 13, 16b; monogr.]
I-2
|
18348 |
ijzertje onder een schoen |
ijzertje:
iezerke (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17846 |
in beweging komen |
(zich) bewegen:
zich beweige (L269b Boekend)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
høͅvə (L269b Boekend)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
opdoffen:
(op)dôffe (L269b Boekend)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
patatten met de schaal:
Syst. WBD
petatte met de schaal (L269b Boekend)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19449 |
in de tuin werken |
in de hof werken:
in den haof werke (L269b Boekend)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20252 |
in verwachting zijn |
een kind krijgen:
ein kink krieëge (L269b Boekend)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
aanstellen:
aanstellen (L269b Boekend)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)]
III-1-2
|