| 18359 |
laars met sluitriempje |
rijlaars:
rielaars (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18301 |
laars tot of boven de knie |
kaplaars:
kaplaars (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18374 |
laarzenschacht |
schacht:
schach (L269b Boekend),
schack (L269b Boekend)
|
schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
liege schoon (L269b Boekend),
liêge schoom (L269b Boekend),
liêge schoon (L269b Boekend)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 32447 |
lage klomp |
lage klomp:
līgǝ [klomp] (L269b Boekend)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
| 18377 |
lage klomp? |
lage klomp:
liege klômp (L269b Boekend)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 33702 |
lage, natte plekken in moeras |
del:
dɛl (L269b Boekend),
zomp:
zomp (L269b Boekend)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|
| 33680 |
lage, natte zandgrond |
zure grond:
zōrǝ grōŋk (L269b Boekend)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
| 18351 |
lakschoen |
lakschoen:
lakschoon (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 20669 |
lammetjespap |
boekweitspap:
Syst. WBD
bôkkespap (L269b Boekend)
|
Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|