| 19485 |
lampenpit |
lemmet:
leemet (L269b Boekend)
|
lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 18164 |
lancet |
scheermes:
scheirmetz (L269b Boekend)
|
Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21145 |
landauer |
landauer:
landauer (L269b Boekend)
|
Vierwielig rijtuig voor vier personen met afzonderlijk neerklapbare voor- en achterkap. Tegenwoordig wordt het nog wel eens als bruidswagen gebruikt. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 13; N G, 51; L 27, 33; monogr.]
I-13
|
| 32822 |
landrol |
wel:
wɛl (L269b Boekend)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|
| 24917 |
landstreek |
landstreek:
landstreek (L269b Boekend)
|
landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18329 |
lang schortlint |
lint:
linte (L269b Boekend, ...
L269b Boekend)
|
linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18286 |
lange broek |
lange boks:
langbooks (L269b Boekend)
|
pantalon, lange broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 24645 |
lange dunne boom |
vits:
wiets (L269b Boekend)
|
Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24733 |
lange dunne tak |
slien:
n sliên (L269b Boekend)
|
Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 18368 |
lange grijze kous |
slachterssok:
slechterssök (L269b Boekend, ...
L269b Boekend),
slagerssok:
slagerssök (L269b Boekend),
slagerszök (L269b Boekend)
|
kousen, lange grijze ~ die door slagers (beenhouwers) over de broekspijpen worden gedragen [beenhouwerskousen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|