| 20468 |
manziek |
heet:
heit (L269b Boekend),
hitsig:
hitzig (L269b Boekend)
|
manziek [heet] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
| 24601 |
maretak |
maretak:
mare tak (L269b Boekend),
maretak (L269b Boekend),
-
maretak (L269b Boekend)
|
maretak [DC 46 (1971)] || maretak {afb}, een op bomen woekerende plant waaran de stengel gaffelvormig vertakt is met lepelvormige altijd groene bladeren, de vrucht is witte, soms gele bes [N 37 (1971)]
III-4-3
|
| 24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L269b Boekend)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 22739 |
marmeren beeld |
beeld:
un marmere beeld (L269b Boekend)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
| 19589 |
marmiet, koperen ketel |
marmietje:
een bus waar men stroop in bewaarde.
bermietje (L269b Boekend)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 20469 |
masturberen |
(-) aftrekken:
aaftrekke (L269b Boekend),
aftrekken:
aaftrekke (L269b Boekend)
|
onanie plegen, zichzelf bevlekken [zn eige aftrekke, afspelen] [N 10C (1995)], [N 10C (zj)]
III-2-2
|
| 19393 |
matras |
matras:
matras (L269b Boekend)
|
Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 18414 |
matrozenpakje |
blauw pakje:
WLD
ut blauw pekske (L269b Boekend),
matrozenpakje:
metroeze-pekske (L269b Boekend),
WLD
matrōēzepekske (L269b Boekend)
|
matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)]
III-1-3
|
| 24421 |
meelmijt |
meelmijt:
meal-miêt (L269b Boekend)
|
mijt die in vochtig meel leeft [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 24422 |
meelworm, larve van de meeltor |
meelworm:
meal-worm (L269b Boekend),
WLD
méélworm (L269b Boekend)
|
meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)]
III-4-2
|