e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bommershoven

Overzicht

Gevonden: 1171
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkensvet veervet: vieͅ.rveͅt (Bommershoven) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen stront: stro.nt (Bommershoven) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vat vat: vǫǝt (Bommershoven  [(25 kg)]  ), vǭǝ.t (Bommershoven  [(25 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3
vechthaan soorthaan: sō.rthǭǝn (Bommershoven) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
veearts artist: artis (Bommershoven) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veestapel beesten: bestǝ (Bommershoven) Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11
veevoer verzamelen repen: ręi̯pǝ (Bommershoven), trekken: trękǝ (Bommershoven) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vel op gekookte melk lijs: lęi̯s (Bommershoven) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk lies: ook mat. van ZND 14, vr. 23  lejs (Bommershoven) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3
veldleeuwerik, leeuwerik liewerk: leͅjweͅrk (Bommershoven, ... ) leeuwerik [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-4-1