e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruidwis wijden {ja}: het gebruik bestaat nog  / (Boorsem) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruis kruis: krys (Boorsem), krȳ.s (Boorsem) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14] I-11, I-9
kruisbeeld crucifix (<lat.): kruusefix (Boorsem), kruis: ei kruus (Boorsem), kruus (Boorsem), kruisbeeld: kry:sbɛ:ld (Boorsem) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld. [ZND 22 (1936)] III-3-3
kruisbeen kruisbeen: krysbęi̯n (Boorsem) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11
kruisbes kroenzel: kro‧nšəl (Boorsem) kruisbes [ZND 16 (1934)] I-7
kruisje aan een kettinkje kruiskettinkje: kruuskettingske (Boorsem) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisspin kruisspin: kry(3)̄speͅn (Boorsem) kruisspin, spin met wit kruis op de rug die radvormig web maakt [N 26 (1964)] III-4-2
kruisteken kruisteken: krūūsteike (Boorsem) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisweg kruisweg: kruuswēēg (Boorsem), kruuswéég (Boorsem) De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kruiswegstatie statie: stāās-jə (Boorsem) Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] III-3-3