e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neet, luizenei neet: nēt (Boorsem) neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
nek hals: a.ls (Boorsem), nek: nak (Boorsem), [Paragraaf: lichaam]  nak (Boorsem) nek || Nek: achterste deel van de hals [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
nemen, pakken pakken: [Paragraaf: onregelmatige werkwoorden].  pakke (Boorsem) nemen III-1-2
neteldoek neteldoek: nētǝldōk (Boorsem), nītǝldōk (Boorsem) Oorspronkelijk uit netelgaren, later van licht katoen of mousseline vervaardigd los weefsel in effen binding (Van Dale, pag. 1812). De woordtypen zaandoek, kaasdoek en biestdoek duiden erop dat neteldoek ook gebruikt wordt om melk door te zeven, terwijl berendoek wijst op het feit dat neteldoek dienst kan doen als persdoek bij de bereiding van bessensap. Neteldoek wordt ook gebruikt om kwark te maken. [N 62, 83; N 62,82; N 62, 98; MW; Wi 11; monogr.] II-7
neus neus: [Paragraaf: lichaam]  naas (Boorsem) neus III-1-1
neus (spotnamen) snuits: [Paragraaf: lichaam]  snoets (Boorsem), snòts (Boorsem) neus III-1-1
neus van een schoen tip: tüp (Boorsem) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusklem ring: reŋk (Boorsem) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusvleugel neusvleugel: Gezocht woord.  naasvleugel (Boorsem) Neusvleugel: beweeglijke buitenwand van een neusgat (neusvleugel, neusvleuger) [N 106 (2001)] III-1-1
niet behouden verlopen: vęrlau̯pǝ (Boorsem) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11