e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkleren zomerkleren: zomərklɛijər (Boorsem) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagmissaal `s zondagsmissaal: soondəgsmisāāl (Boorsem) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondəsə klɛijər (Boorsem) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagse scholk: sondəsəsjolək (Boorsem) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zool van een schoen zool: zōl (Boorsem) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom zoom: zǫwm (Boorsem) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoomsteek zoomsteek: zǫwmstēk (Boorsem) De zoomsteek wordt gebruikt om zomen en omslagen zo onzichtbaar mogelijk tegen de buitenstof aan te stofferen (Gerritse, pag. 45). Zie afb. 37. [N 62, 16a; monogr.] II-7
zuiveren vuiligheid verliezen: vuiligheid verliezen (Boorsem) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zult, preskop geperste kop: geperste hoofdkaas  gəpē.zdə koͅp (Boorsem) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3
zuring, groente surelle: səreͅl (Boorsem) Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)] I-7