e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een veulen werpen veulenen: vø̄.lǝnǝ (Boorsem) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een weide scheuren scheuren: šøę̄rǝ (Boorsem) Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.] I-1
een zeugennest maken nestelen: nestǝlǝ (Boorsem) Van stro een soort nest maken voor het werpen, gezegd van de zeug. [N 76, 25; N 14, 56] I-12
een zwerm opvangen afdoen: āf˱dō.n (Boorsem) Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.] II-6
eend eend: ē̜ŋ (Boorsem) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eer aan de vader glorie zij de vader: glorie zij de vader (Boorsem) Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)] III-3-3
eerherstellende communie communie (<lat.) van eerherstel: kəmmuune van jērherstĕĕl (Boorsem) Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
eerste baardharen duiveltjeshaar: [Paragraaf: lichaam]  duvelkeshaor (Boorsem) dons III-1-1
eerste nazwerm endelaar: ɛ.ŋǝlę̄r (Boorsem) De eerste nazwerm of met de voorzwerm meegerekend de tweede zwerm. Ze is kleiner dan de voorzwerm. Acht of tien dagen nadat de voorzwerm is weggevlogen, vliegt de tutende, nieuw uitgelopen en nog onbevruchte moer of koningin met een deel van het bijenvolk weg. In deze eerste nazwerm kunnen koninginnen zitten die allemaal nog onbevrucht zijn. Zij vormen ofwel nieuwe afsplitsingen ofwel zij bevechten elkaar op leven en dood, totdat er nog één koningin overblijft. Een volk kan slechts één koningin gebruiken. [N 63, 29c; N 63, 37b; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5; A 9, 6; monogr.] II-6
egaliseren kleinmaken: klęi̯nmākǝ (Boorsem) De grond met de schop egaliseren, al spittend gelijkmaken. [N 27, 11] I-8