e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoektroffel hoekplektroffel: hōkplɛktrofǝl (Boorsem) Metselwerktuig om hoeken te bepleisteren. Het blad van de hoektroffel is V-vormig gebogen en biedt op deze wijze de mogelijkheid een zuivere lijn van het pleisterwerk te verkrijgen. Zie afb. 1c. In K 278 kende men 'hoekpleisters' voor een buitenhoek ('vør nǝn˱ bø̜̄jtǝnhuk') en voor een binnenhoek ('vør nǝn˱ benǝnhuk'). Ook de invuller uit Q 83 maakt dit onderscheid. Volgens de invuller uit Q 198a wordt de hoektroffel niet gebruikt door de metselaar, wel door de stucadoor. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(troffel)' en '-(truweel)' het lemma 'troffel'. [N 30, 8b; monogr.] II-9
hoepel reep: reip (Boorsem), rejp (Boorsem) [Jongensspel - fietsvelgspel]: Velg. || Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoepelen repen: rejpe (Boorsem), Mèt ne stek op de reip howwe, of m èn de hölte van de reipe steke en veuroet dujje.  reipe (Boorsem) [Jongensspel - fietsvelgspel]: Met fietsvelg spelen. || Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)] III-3-2
hoepelrok reeprok: rɛiprok (Boorsem) hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)] III-1-3
hoesten hoesten: [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  hòòste (Boorsem) hoesten III-1-2
hoeveelheid halmen voor een halve schoof opper: ø̜pǝr (Boorsem) In het zuiden van Belgisch Limburg waar met de zicht wordt gemaaid kent men het begrip "ongebonden halve graanschoof"; de maaier haalt met één keer inkappen en uitwinnen de hoeveelheid halmen voor een halve schoof bijeen. In de rest van het onderzoeksgebied komt het begrip niet voor. Zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf en kaart 19. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 29; monogr.] I-4
hoge herenschoen hoge mansschoen: owg mansjōn (Boorsem), hoge schoen: owg sjōn (Boorsem) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] || sokschoenen, hogemanschoenen, in de betekenis van soort schoen; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: buus (Boorsem), by(3)̄s (Boorsem) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] || hoge hoed III-1-3
hoge hoed bij begrafenis buis: by(3)̄s (Boorsem) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp blok: blok (Boorsem) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12