e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijlen dollen: dulle (Boorsem), [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  dulle (Boorsem), [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  dulle (Boorsem) ijlen || Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, raaskallen, baageren, dolen). [N 107 (2001)] III-1-2
ijsbaan kei: kej (Boorsem), roetsjbaan: ròtsjbaan (Boorsem) [IJsvermaak]: Glijbaan. III-3-2
ijsberen jagen: [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  jage (Boorsem), [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  jage (Boorsem) zenuwachtig in de weer zijn || zenuwachtig in de weer zijn, tekeer gaan III-1-2
ijspegel ijspiel: īspeͅlə (mv.) (Boorsem) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: īzəl (Boorsem) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: īsələ (Boorsem) ijzelen [N 22 (1963)] III-4-4
ijzeren deurtje voor het ovengat deurtje: dørkǝ (Boorsem) Het ijzeren deurtje waarmee het ovengat afgesloten wordt. Vergelijk het lemma "ovendeur" in aflevering II.1, pag. 71. Vroeger gebruikte men ter afslsuiting van de oven soms een lemen bal, die schotel genoemd werd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 25b] I-6
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Boorsem), riek: rēk (Boorsem  [(tweetandige riek)]  ) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzertje onder een schoen schoenijzertje: sjōnizərkə (Boorsem) ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)] III-1-3
in beweging komen (zich) bewegen: bewèège (Boorsem), aan de gang komen: aan de gang kome (Boorsem), bougeren (<fr.): boezjeere (Boorsem) In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)] III-1-2