e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keel keel: kē̜.l (Boorsem), strot: strōǝ.t (Boorsem) Zie afbeelding 2.16. [JG 1a, 1b; N 8, 29] I-9
keel, strot keel: [Paragraaf: lichaam]  kèèl (Boorsem), strot: [Paragraaf: lichaam]  stroot (Boorsem, ... ) keel || strot III-1-1
keerstrook, wendakker hoofdvoordel: ø̜i̯t˲vø̜.ldǝr (Boorsem), voordel: vø̜.ldǝr (Boorsem) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen keffen: keffe (Boorsem, ... ) keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kegel kegel: keigel (Boorsem) [Sport en spel volwassenen - kegelen]: Kegel. III-3-2
kegelbaan kegelbaan: keigelbaan (Boorsem) [Sport en spel volwassenen - kegelen]: Kegelbaan. III-3-2
kegelen kegelen: keigele (Boorsem) [Sport en spel volwassenen - kegelen]: Kegelen. III-3-2
kelk kelk: kelək (Boorsem), kēllək (Boorsem) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelkdoekje kelkdoekje: kelləkdeukske (Boorsem) Het kelkdoekje [kelkduukske, -deukske, kelchduchsje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelklepeltje lepeltje: lēēpəlke (Boorsem) Het kelklepeltje. [N 96B (1989)] III-3-3