e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slobkous slobkous: sjlopkouse (Borgharen), slobkoas (Borgharen) slobkous [SGV (1914)] || voetbekleedsel zonder zool, dat over de schoenen (en enkels) wordt gedragen [slopkous, soepjee] [N 24 (1964)] III-1-3
slons (slodder?) slons: slons (Borgharen, ... ) slons [SGV (1914)] III-1-4
slot slot: slōt (Borgharen) Toestel dat als sluiting op deuren wordt aangebracht, waarbij door middel van een sleutel een schoot of tong wordt uitgeschoven die in een gat in de stijl van het kozijn valt. [N 54, 94b; L 6, 73a; S 33; monogr.] II-9
sluier voile (fr.): vajl (Borgharen) sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)] III-1-3
sluitklep klep: klèp (Borgharen) klep van een broek met sluitklep aan de voorkant [bokseslaag, presenteerblad] [N 23 (1964)] III-1-3
slurpen slurpen: slörpe (Borgharen) slorpen [SGV (1914)] III-2-3
smachten smachten: smachte (Borgharen) smachten [SGV (1914)] III-1-4
smaken smaken: smake (Borgharen) smaken [SGV (1914)] III-2-3
smalen schampen: sjampe (Borgharen, ... ) smalen [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
smalle weg, pad pad: pāt (Borgharen), weggetje: wē̜xskǝ (Borgharen) Een smalle weg, een pad in het algemeen. In L 40, 25 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor ø̄een smalle weg, een padø̄ en in N M, 5 naar die voor ø̄een pad of een veeweg door een weiø̄. Omdat er in de antwoorden op beide vragen veel overlapping zat, zijn deze in √©√©n lemma ondergerbacht. Uiteraard duiden woorden als veeweg, weiweg, koegang e.a. specifiek op een weg door een wei. [N M 5; N P, 2; S 27; L 40, 25; R I, 3; A 25, 6 add.; L 19B, 6; monogr.] I-8