e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stootklos klopper: klø̜pǝr (Borgharen) Dik rond stuk hout, aan het einde schuin toelopend, waarmee riet of stro dat in de ronding van de pannen ligt, wordt bijgeklopt. [N F, 26] II-9
stootring as: as (Borgharen) Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.] I-13
stop voor fles of kruik stop: stop (Borgharen) stop [SGV (1914)] III-2-1
stoppels stoppelen: štopǝlǝ (Borgharen) De stompjes halm die na het maaien op het veld overblijven en later worden ondergeploegd. Opvallend polymorfe meervoudsvorming. [N 6, 7; N 15, 52; JG 1a, 1b; L 7, 53; L 15, 23; Wi 51; monogr.] I-4
stoten stoten: stoete (Borgharen) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stoven stoven: staove (Borgharen, ... ) stoven (ww.) [SGV (1914)] III-2-3
straat straat: straot (Borgharen) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straf geven straf geven: straof geve (Borgharen), straffen: straove (Borgharen, ... ) straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)] III-2-2
streng strang: straŋk (Borgharen) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] II-7
streng (bn.) streng: streng (Borgharen) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4