e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgharen

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Borgharen) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzertje onder een schoen hoefijzer: hoofiezer (Borgharen) ijzertje onder de schoen [blakei] [N 24 (1964)] III-1-3
illustratie illustratie (<fr.): illestratie (Borgharen) illustratie [SGV (1914)] III-3-1
in de moestuin werken hovenieren: houveneere (Borgharen) [N P (1966)] I-7
ingetogen ingetogen: ingetoge (Borgharen) ingetogen [SGV (1914)] III-1-4
ingewanden darmen: dèrm (Borgharen) ingewanden [SGV (1914)] III-1-1
ingezaaid land vaardig: vē̜rdex (Borgharen) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
inktpot inktpot: inkpot (Borgharen) inktpot [DC 14 (1946)] III-3-1
inkuilen inkuilen: enkø̜i̯lǝ (Borgharen) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inzouten zouten: zaite (Borgharen, ... ) zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3