34170 |
kalven |
kalven:
kalǝvǝ (Q156p Borgloon)
|
Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.]
I-11
|
33352 |
kalverhokje, kalverbak |
donkel stalletje:
dǫŋkǝl stɛlǝkǝ (Q156p Borgloon),
kalverbak:
[kalver]bák (Q156p Borgloon)
|
In de koe- of de kalverstal kunnen een of meer kalveren vetgemest of alleen maar gestald worden in een speciaal daarvoor bestemde kooi, kist, bak of box, of gewoon achter een plank in een hoek van de stal. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (kalver-) het lemma "kalverstal" (2.2.3). [N 5A, 45a; monogr.]
I-6
|
34224 |
kalverjuk |
haam:
hãm (Q156p Borgloon),
hǫǝm (Q156p Borgloon)
|
Driehoekig raam om de nek van een kalf. [N 3A, 14f]
I-11
|
33351 |
kalverstal |
kalverstal:
kálǝvǝr[stal] (Q156p Borgloon)
|
De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b]
I-6
|
18725 |
kam |
kam:
kamp (Q156p Borgloon),
kamp - kɛm (Q156p Borgloon)
|
kam (enkelvoud - meervoud) [ZND 27 (1938)], [ZND m]
III-1-3
|
19694 |
kamer |
kamer:
kōͅ.mər (Q156p Borgloon)
|
kamer [ZND m]
III-2-1
|
18564 |
kamerjas |
peignoir (fr.):
penwaar (Q156p Borgloon),
peͅinwār (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon)
|
kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
De gilet, bijbehorend bij het kostuum.
kaməzoͅl (Q156p Borgloon),
Gilet.
kaməzoͅl (Q156p Borgloon)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18724 |
kammen |
kammen:
kamə (Q156p Borgloon),
køͅmə (Q156p Borgloon)
|
kammen [ZND 27 (1938)], [ZND m]
III-1-3
|
21173 |
kanaal |
kanaal:
oͅn dī kant van t kənōͅl (Q156p Borgloon)
|
Aan genen kant (niet aan deze kant) van het kanaal [ZND 24 1937)]
III-3-1
|