e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerk kerk: ke.rək (Borgloon) Kerk. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kerkklok klok: de kleupel van de klok (Borgloon) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kerkuil torenuil: Frings  tōnail (Borgloon), tōənāil (Borgloon) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kermis kermis: kaĕrmes (Borgloon), kErremes (Borgloon), kɛrəmis (Borgloon), mørgə is et kerməs (Borgloon) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kers, zoete soorten beekkers: bēi.kâ.s (Borgloon), kers: kers}* (Borgloon), kjûs (Borgloon) [ZND 01 (1922)] [ZND m]kers [ZND 01 (1922)] I-7
kersenpannenkoek kersenkoek: kjōsəkuk (Borgloon) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstmis kerstmis: kjū.sməs (Borgloon) Kerstmis. [ZND m] III-3-3
kettingeg, weide-eg kettel[eg]: kętǝl[eg] (Borgloon) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2
keuken keuken: kø&#x0304i̯.kə (Borgloon) keuken [ZND 12 (1926)] III-2-1
keukenrek bank: ba.ŋk (Borgloon), bred: breͅi̯t (Borgloon), brīt (Borgloon) de plank waarop het keukengerief wordt gezet [ZND 32 (1939)] III-2-1