e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klieven klieven: klie.ve (Borgloon), spalken: spa.lke (Borgloon) Vaneen scheiden (klieven, kloven, splijten, splitsen, (scheiden))\\ [N 108 (2001)] III-1-2
klimop veil: -  vI:əl (Borgloon) klimop [ZND 36 (1941)] III-4-3
klit klis: klɛs (Borgloon) klis [ZND 01 (1922)] III-4-3
kloeken kloeken: klukǝ (Borgloon) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klokhuis zwaag: zwoəg (Borgloon) klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] III-2-3
klomp holsblok: holsblok (Borgloon), klomp: klump (Borgloon), klonk: kloenk (Borgloon), klouŋk (Borgloon), kluŋk (Borgloon, ... ), klǫwŋk (Borgloon) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp [ZND m] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
klompschoen klonkschoen: kloenkschoeən (Borgloon), schoenklonk: sxunklouŋke (Borgloon) klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
kloosterorde orde: də straŋ ordə (Borgloon) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kloven doorkappen: dǫwrkapǝ (Borgloon) Nadat het dier bestorven is, wordt het in twee delen verdeeld door het in de ruggegraat door te kappen. Soms laat men de ruggegraat aan één kant zitten en kapt men de ribben aan de andere kant los. Beide delen worden vervolgens apart verwerkt. [N 28, 89; Veldeke 32, 69; monogr.] II-1
kluit kluit: vierhoekig  klø&#x0304.tə (Borgloon) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1