e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffie caf: dzat kafɛ.i (Borgloon), kafeͅi (Borgloon), kaffé (Borgloon) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || kopje koffie [ZND 45 (1946)] III-2-3
koffiepot cafè-pot: m.  kafɛi̯poͅt (Borgloon), man. mv. kaf\\p\\t  kafəpoͅt (Borgloon) pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koffiezeef, koffiefilter cafè-zeef: kafəzɛif (Borgloon) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
kogel kogel: kǫwgǝl (Borgloon) Bedoeld is de kogel die met behulp van het ouderwetse schietapparaat wordt afgeschoten. De respondent van L 413 merkt op dat die enkel voor runderen wordt gebruikt, Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5c; monogr.] II-1
koken (intr.) koken: kōkə (Borgloon), kwóókə (Borgloon) koken [RND], [ZND 04 (1924)] III-2-3
kol ster voor de kop: stę̃r vør dǝ kǫp (Borgloon) Witte vlek op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 135b] I-11
kolengruis gruis: grøi̯.s (Borgloon), gruis van kolen: grøs ˃van kūlə (Borgloon) gruis van kolen [ZND 35 (1941)] III-2-1
kolonel kolonel: kolonɛl (Borgloon) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kom komp: kump (Borgloon, ... ), kūmp (Borgloon, ... ), ku̞.mp (Borgloon, ... ) een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-2-1
komen komen: kōmə (Borgloon), kōū.mə (Borgloon), kə.umə (Borgloon) komen [RND], [ZND 46 (1946)], [ZND m] III-1-2