e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koude drukte maken veel beschaar maken: veuhyl bescherr euhyver iejt mowke (Borgloon), veel embarras (fr.) maken: vol ameras moke (Borgloon) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
koude mist koude dompe lucht: kà͂ dumpə loͅux (Borgloon), koude domplucht: koude doemploucht  kà dūmploͅux (Borgloon) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs bijs: də bà͂is (Borgloon), beis (man.)  beͅis (Borgloon) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
kous met knoopjes get: gette (Borgloon) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen kous: kōws (Borgloon), kôs (Borgloon), n kousen]: kouəsse (Borgloon), kōͅsn (Borgloon) kous [ZND m] || kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3
kousenband bindel: bøŋəl (Borgloon), kousband: kouəsbant (Borgloon) kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kousenmand stopkorfje: om stopgaren in te leggen  stoͅpkøͅrəfkə (Borgloon) korf; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-1-3
kouter kouter: kō.tǝr (Borgloon) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: krog (Borgloon), krōx (Borgloon), krôx (Borgloon) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pellerin (Borgloon) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3