e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselen metsen: mɛtsǝ (Borgloon) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
metselzand zavel: zǭvǝl (Borgloon) Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.] II-9
meubelmaker meubelmaker: mø̄.bǝlmēkǝr (Borgloon) Ambachtsman die meubels vervaardigt. [N 55, 166a; L 34, 19b; monogr.] II-12
mevrouw madam (<fr.): ari, gɛf madam əs ə schoaun polləkə (Borgloon) Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)] III-3-1
miauwen keken: kiə.kə (Borgloon) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) noen: nun (Borgloon), s achternoens: saternoens (Borgloon) in de namiddag [ZND 34 (1940)] || middag [ZND 38 (1942)] III-4-4
middagdutje doen noenslapen: nunslūpə (Borgloon) Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] III-1-2
middagmaal noen, de -: noen (Borgloon), voor s middags  nun (Borgloon) de tweede maaltijd, later in de voormiddag [ZND 40 (1942)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
middelste kegel koning: de keuning (Borgloon) Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2
middelvinger middelste vinger: miltste vinger (Borgloon) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, middelste vinger, langeman, lang(st)e vinger). [N 106 (2001)] III-1-1