e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe klei blauwe potaarde: blǫu̯wǝ potjaǝt (Borgloon), potaarde: pǫtjāt (Borgloon) De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44] I-8
blauwe reiger, reiger reiger: reigəl (Borgloon), Frings  reͅi̯gəl (Borgloon), reͅi̯gər (Borgloon) reiger [ZND m] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwsel blauwsel: bloͅu̯tsəl (Borgloon) blauwsel [ZND m] III-2-1
bleek bleek: bleik (Borgloon) bleek (adj.) [ZND m] III-1-2
bles bles: blęs (Borgloon) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blij blij: blai (Borgloon) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
blijven wachten blijven: bleejve (Borgloon), blē.və (Borgloon) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksəm (Borgloon), ənə bleksəm (Borgloon), weerlicht: wēͅrlīx (Borgloon), weerlicht (onz.)  wē(j)rlīx (Borgloon) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ət bleksəmt (Borgloon), t bliksemt  ⁄t bleksəŋt (Borgloon), weerlichten: t weerlicht  ⁄t wē(j)rlīxt (Borgloon) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
blikslager blikkenslager: blękǝsliǝgǝr (Borgloon) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11