18709 |
versierde schouderdoek |
sluier:
sluijer (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon),
voile (fr.):
voil (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
versieren:
versiere (Q156p Borgloon)
|
Versieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
18226 |
versleten |
versleten:
verslette (Q156p Borgloon),
vərsletə (Q156p Borgloon),
vərslētə, vərslēīt, vərsletə (Q156p Borgloon)
|
versleten [ZND m] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
32918 |
verspreid gras |
uitgebroken gras:
ōǝtgǝbrōǝkǝ grǫǝs (Q156p Borgloon)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
wèè.shèè.tsta.nt (Q156p Borgloon)
|
Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)]
III-1-1
|
22349 |
verstoppertje spelen |
toe spelen:
spel waarbij een wicht verstopt en toe roept en dan komt de ander hem zoeken
toe speile (Q156p Borgloon)
|
Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
32577 |
verteerde mest |
kort mest:
kǫt [mest] (Q156p Borgloon)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
21599 |
vertellen |
vertellen:
n istārə vərtelə (Q156p Borgloon)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34290 |
vertuieren |
hertuieren:
hɛrtø̄rǝ (Q156p Borgloon)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
də vɛ.əspərs (Q156p Borgloon)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|