e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkleren zomerkleren: zoumerkléjer (Borgloon), zoͅumərkleͅjər (Borgloon) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondaagse kléjer (Borgloon), soͅndoͅXsə klɛjər (Borgloon) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort cotonnade (fr.) voordoek: kortná͂təvørəŋ (Borgloon), vichyvoordoek (<fr.): [Van Dale (FN): vichy, 1. vichy(water 2. vichystof (geruit, gestreept katoen)]  vichy-veuring (Borgloon) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zool van een schoen zool: zouəl (Borgloon), zōl (Borgloon), zû.l (Borgloon) Zool (van schoen) [ZND m] || zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag zool: zǫwǝl (Borgloon) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom zoom: zǭwm (Borgloon) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif sluif: slāi̯f (Borgloon) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoutpot zoutpot: m.  zātpoͅt (Borgloon), zōətpoͅt (Borgloon), zoutpot  zātpoͅt (Borgloon) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
zuiveren haar zuiveren: haar zuiveren (Borgloon) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zult, preskop geperste kop: geperste hoofdkaas  gəpā.zdə koͅp (Borgloon) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3