e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dochter dochter: daahtər (Borgloon), douchtər (Borgloon) dochter; en ze zei dat ze het ook aan haar dochter zou zeggen [ZND 04 (1924)] III-2-2
doden slachten: slaxtǝ (Borgloon) De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.] II-1
doek doek: doek (Borgloon), duk (Borgloon, ... ) doek [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-1-3
doek -> [wld iii 2.2] witte doek: enə witən duk (Borgloon), ne witten doek (Borgloon) een witte doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doelloos friemelen met de vingers draaien: bè òer vingers drêêe (Borgloon) Doelloos met de handen spelen (haffelen, friemelen, krawietelen) [N 108 (2001)] III-1-2
doffer, mannelijke duif duifhaan: dĕfōən (Borgloon), duifhaan/-hoorn: dĕfōən (Borgloon), duifhaan; uu tussen u en o  døfuun (Borgloon) doffer: een mannelijke duif [GV K (1935)] || duif, mannetje [ZND 18 (1935)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
dogkar dogkar: doq˱kar (Borgloon), doq˱kār (Borgloon) Tweewielig licht rijtuig, meestal zonder kap, voor vier personen die rug aan rug zitten. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 5; N G, 51; L 27, 33; L 36, 70; L1a-m; monogr.] I-13
dokter dokter: dokto.ər (Borgloon) Hij woont naast de dokter, naast Verbelen [ZND 44 (1946)] III-1-2
domino domino: dömənoͅu (Borgloon) Domino. [ZND m] III-3-2
dompelen dompelen: int wɛtər do.mpələ (Borgloon), ps. invuller geeft alleen een antwoord op dompelen.  dumpələ (Borgloon, ... ), in het water dompelen: ps. bij benadering omgespeld volgens IPA; onder de m staat nog een rondje, deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  in ⁄t [weͅtər dømpələ (Borgloon, ... ), in het water steken: in t wetter steejke (Borgloon), in ⁄t wetter steejke (Borgloon, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4