e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwezel kwezel: wa ene kwezel (Borlo) Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwispelstaarten kwispelen: kwespele (Borlo) kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
l-vormige hoeve hoekwinning: hukwęleŋ (Borlo), hukwęneŋ (Borlo) Navraag of er verschil in benaming was tussen een L-vormig bouwwerk waarvan de korte poot wordt gevormd hetzij door het woonhuis, hetzij door een schuur of stal, leverde geen nieuwe termen op. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 3. [N 4A, 1b en 2c] I-6
laag schoven op de wagen laag: lōx (Borlo) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laagte in het landschap del: dɛl (Borlo) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) bot: bot (Borlo, ... ), -> en paar botten.  bot (Borlo) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] || Laars, een paar laarzen [ZND 37 (1941)] || Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
laars met sluitriempje rijgstramp: rēͅXstramp (Borlo) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3
ladderboom balk: (mv)  ba.lǝkǝ (Borlo) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13
lade tafellade: tāfəlaoj (Borlo) lade van een tafel [ZND 37 (1941)] III-2-1
laden laden: lǭi̯ǝ (Borlo) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10