| 34234 |
tweespeen |
tweedeem:
twɛ̄døm (P218p Borlo)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
| 33998 |
twijg |
karwats:
kǝrwats (P218p Borlo)
|
Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
| 33327 |
u-vormige hoeve |
boerderij:
[boerderij] (P218p Borlo)
|
De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3]
I-6
|
| 33597 |
ui, ajuin |
djaan:
džān (P218p Borlo)
|
ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
| 33788 |
uier |
ouwer:
ūr (P218p Borlo),
uier:
ø̜̄r (P218p Borlo, ...
P218p Borlo),
ø̜̄ǝr (P218p Borlo)
|
[JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b]
I-11, I-12, I-9
|
| 22874 |
uit (voetbal) |
uit:
āt (P218p Borlo)
|
(De bal is) uit. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
| 34169 |
uitgeteld zijn |
uit zijn van (de/haar) tijd:
uit zijn van (de/haar) tijd (P218p Borlo)
|
De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43]
I-11
|
| 32967 |
uitkomen |
uitkomen:
ātkǫu̯mǝ (P218p Borlo)
|
Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17]
I-4
|
| 22773 |
uitmaken wie mag beginnen |
heulen:
we zullen heule tiste
heule (P218p Borlo),
tellen:
ve zulle ies tellen (P218p Borlo)
|
Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
| 18311 |
uitneembaar frontje |
boezem:
buzəm (P218p Borlo)
|
frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)]
III-1-3
|