e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

Gevonden: 2106
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkbak voor de kippen drinkbak: dręŋkbak (Borlo) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkbak voor de koeien waterbak: wɛtǝrbak (Borlo) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinkglas glas: glās (Borlo), glōͅəs (Borlo), pint: pi̞nt (Borlo) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droge koe muntige koe: møntǝxǝ kā (Borlo) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
droog blijven t blijft over]: daar hangt iets in de lucht  dōə heͅyk geͅt əndə loͅx (Borlo), het weet niet wat het wil  tweͅit nĕ wàt weͅlt (Borlo) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: drūūch (Borlo), Algemene opmerking: lijst omgespeld volgens Frings!  dry(3)̄xə (Borlo) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) sti drȳǝx (Borlo) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druilerig en koud weer regenachtig (weer): regenachtig  rēgəleͅxteͅx (Borlo), smodderweer: smoͅdrə wējər (Borlo) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] III-4-4
druppel drup: dreup (Borlo, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: drepen (Borlo, ... ) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4