25172 |
nieuwe maan |
nieuwe maan:
nuij mòan (L428p Born)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nuits (L428p Born)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuusjeeərig (L428p Born)
|
nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
gaper:
gaper (L428p Born)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20504 |
nippen |
nippen:
nippen (L428p Born)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
28639 |
noodvoederen |
bijvoeren:
bi-jvōrǝ (L428p Born)
|
Het voederen aan het einde van de winter, als de bijen door hun eigen voorraad heen zijn en het nog te koud is om zelf honing te halen. Volgens de informant van L 333 is dit bijvoeren uit den boze en mag het eigenlijk niet voorkomen. [N 63, 110b; Ge 37, 194; monogr.]
II-6
|
21348 |
nors |
zuur:
zoer (L428p Born)
|
onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28570 |
nosema |
nosema:
nosema (L428p Born)
|
Ziekte die de darm van de bij aantast. De nosema-bacil is een darmparasiet of zwakteparasiet. Deze parasiet wordt in de hand gewerkt door stuifmeelgebrek. Deze bacil vormt sporen die in honing verblijven en door de bijen bij de voeding worden ingenomen. Bij hun tocht door de darm ontwikkelen deze sporen zich weer tot bacil. In de darm vermenigvuldigen ze zich zeer snel. De besmette bijen sterven dan ook al na twee à drie dagen. Bestrijding in zeer ernstige gevallen door afzwavelen en verbranden van het volk. Ook andere, chemische bestrijding is mogelijk. [N 63, 71; N 63, 71a]
II-6
|
21122 |
noten afslaan |
noten slaan:
WLD
neu sláon (L428p Born)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33559 |
notenboom |
notenboom:
-
note boum (L428p Born)
|
okkernoot [DC 17 (1949)]
I-7
|