e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toneelspel spel: spel (Born) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen tonen: tuinen (Born) tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Born) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
toonbank toonbank: tóanbank (Born) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
tornen lossnijden: losšni-jǝ (Born) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tot roven aanzetten de rovers halen: dǝ rovǝrs hǭlǝ (Born) Het door de imker uitgelokte roven. Soms weten imkers hun bijen bewust tot roven te brengen om daardoor zwermen van anderen te bemachtigen. In feite is dit diefstal. De informant uit L 333 zegt dat wel wordt beweerd dat dit aanzetten tot roof gedaan wordt, maar hij vindt het zelf nonsens. Een middel tot prikkelen zou volgens informanten alcohol, oude honing, suikerwater of kunstvoer kunnen zijn. [N 63, 67d; N 63, 67e] II-6
traag traag: trōāg (Born) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten zeveren: [oorspr. invoer "zeiseren", rk]  zeiveren (Born) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw dutsel: dutsel (Born) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] III-1-4
trant gang: gank (Born) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] III-1-2