e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Born

Overzicht

Gevonden: 2920
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driekoningen driekoningen: driekeuningen (Born) De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)] III-3-2
driftig kortaangebonden: kort aangebonje (Born) vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)] III-1-4
drijfvoeren drijfvoeren: drīfvōrǝ (Born) Het voeren dat gebeurt, wanneer men de bijen tot het zetten van broed wil prikkelen. Wanneer de bijen nog behoorlijk in het voer zitten, hoeft de imker zich nergens om te bekommeren en kan hij het drijfvoeren laten. [N 63, 110c; Ge 37, 196] II-6
drijfvolk drijfvolk: drijfvolk (Born) Een door drijven verkregen volk. [N 63, 98b; A 9, 6; monogr.] II-6
drijfzand drijfzand: drief zendj (Born) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drijven afkloppen: āfklopǝ (Born), afslaan: āfslǭn (Born) Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.] II-6
drinken lessen: lèssen (Born) drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
drinkkuil in de wei drenk: drɛŋk (Born) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem dras: dras (Born) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
dronkaard zuiplap: zoeplap (Born) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3