33073 |
hok opbinden |
bijeenbinden:
bā̯ɛi̯nbeŋǝ (L289h Boshoven),
binden:
beŋǝ (L289h Boshoven)
|
Het leggen van een band om de koppen van de schoven als deze in een hok bijeengezet worden. Het voorwerp van het werkwoord is steeds "hok, stuik". De volgorde van de varianten van het type binden is zoals in het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). [N 15, 33; monogr.]
I-4
|
19784 |
hond |
duuk:
duuk (L289h Boshoven, ...
L289h Boshoven),
hond:
hoónt (L289h Boshoven, ...
L289h Boshoven)
|
hond
III-2-1
|
19782 |
hondenhok |
hondskooi:
hoŋskuəi̯ (L289h Boshoven)
|
hondenhok
III-2-1
|
19654 |
hoofdkussen |
kopkussen:
koͅpkøͅsə (L289h Boshoven)
|
hoofdkussen
III-2-1
|
22164 |
hooi |
hooi:
hūǝi̯ (L289h Boshoven)
|
Gemaaid en op het veld drogend of gedroogd gras. In de klankkaart is de klankkleur (eerst velair, dan palataal) en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur en lengte staan steeds de diftongen vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht. [N 7, 58; N 14, 88b en 128a; JG 1a, 1b; A 10, 17 en 20; A 16, 1-4; L 1 a-m; L 27, 17; L 34, 70; L 38, 35-36; RND 122; Wi 52; S 14; R (s]
I-3
|
34073 |
hoorn van de koe |
hoorn:
hø̄r (L289h Boshoven)
|
[N 3A, 106a; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 27, 25; S 15; Wi 14; monogr.]
I-11
|
34216 |
houder van slachtvee |
vetweider:
vɛtwɛi̯ǝr (L289h Boshoven)
|
[N 3A, 77d]
I-11
|
19629 |
houtskool |
ameren:
ōͅmərə (L289h Boshoven),
amerten:
ōͅmərtə (L289h Boshoven)
|
houtskool, nog smeulend bij vuurhaard
III-2-1
|
19476 |
houtspaander |
snip:
snøpə (L289h Boshoven)
|
stukjes spaander of wilgenhout om bv. de pijp aan te steken en daarmee lucifers te sparen. De snuppe hingen in een oude klomp of snuppeplenkske in de keuken naast de schoorsteen
III-2-1
|
19899 |
huis |
woonhuis:
wūənhū.s (L289h Boshoven)
|
woonhuis
III-2-1
|