24187 |
knobbelzwaan |
zwaan:
zjwaan (L331b Boukoul)
|
zwaan: knobbelzwaan (152 dezelfde als de tamme zwaan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33236 |
knolraap, raap |
knollen:
knǫlǝ (L331b Boukoul),
reuben:
rø̄bǝ (L331b Boukoul
[(ook algemeen "knol")]
)
|
Brassica rapa L. var. rapa. Knolraap is de gekweekte knol van de plant met de naam raapzaad, die een radijsachtige smaak heeft en doorgaans als veevoeder wordt geteeld, maar ook werd gegeten. Vergelijk ook de toelichting bij het lemma Koolraap (Bovengronds). De knollen zijn wit en hebben de grootte van een appel; het bovenste randje van de knol is vaak purperkleurig. Vaak worden ze in het stoppelveld gezaaid, na de graanoogst. De antwoorden zijn in het meervoud gegeven, behalve voor de verkleinvorm raapje dat aan het einde van het lemma is toegevoegd. [N 7, 16; N 12, 40; N 12A, 4b; JG 1b, 2c; L 6, 3a; L 41, 1; Wi 5; R 3, 31; monogr.; add uit N 12, 41 en Goossens 1963, kaart 20]
I-5
|
33237 |
knolvoer, rapen (coll.) |
kruid:
krūt (L331b Boukoul)
|
Rapen in het algemeen, als groenvoer of als ingekuild voer voor het vee gebruikt; herfstknollen. [N 12A, 4a; JG 1b, 2c; monogr.; add. uit N 11A, 29f en 29g; N 12, 40, N Q, 11a]
I-5
|
34337 |
knorren |
knorren:
knorǝ (L331b Boukoul),
knoteren:
knōtǝrǝ (L331b Boukoul),
rochelen:
roxǝlǝ (L331b Boukoul)
|
Het natuurlijke geluid van een varken. [N 19, 23; Wi 56; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34066 |
koe die eenmaal heeft gekalfd |
eerste vaars:
ērstǝ vē̜rs (L331b Boukoul)
|
Zie afbeelding 6. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N C, 14a; monogr.]
I-11
|
34068 |
koe die tweemaal heeft gekalfd |
tweede vaars:
twēdǝ vē̜rs (L331b Boukoul)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b]
I-11
|
34284 |
koekenbreker |
koekenbreker:
kōkǝbrē̜.kǝr (L331b Boukoul)
|
Werktuig waarmee men lijnkoeken en dergelijke tot brokjes maalt. [N 18, 135; N J, 7]
I-11
|
20750 |
koekje |
boterkoekje:
Syst. WBD
bótterkeukske (L331b Boukoul),
havermoutplatsje:
Syst. WBD
havermou.tpletske (L331b Boukoul),
knapkoek:
Syst. WBD
knapkook (L331b Boukoul),
macroon:
Syst. WBD
makrón (L331b Boukoul),
platsje:
Syst. WBD pletske: koekje in het algemeen.
pletske (L331b Boukoul)
|
Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20741 |
koekje van overgeschoten deeg |
kreupeltje:
Syst. WBD
kreu.pelkes (L331b Boukoul)
|
Koekjes van onbepaalde vorm, van overgeschoten deeg gebakken voor kinderen (kreupelkes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24188 |
koekoek |
koekoek:
koekoek (L331b Boukoul)
|
koekoek (39 zomervogel; roep [koe-koek] [N 09 (1961)]
III-4-1
|