e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
knapkoek knapkoek: middellijn 15 tot 20 cm, dikte plm. 1 cm  knapkouk (Sittard), koekje:   knapkook (Baarlo, ... ), knapkouk (Sittard), knapkëuk (Belfeld), (m.). mv.: {~k”k}. (= deeg met suiker).  knapkōk (Lanklaar), (Maaseik).  knapkok (Helchteren), 2/4 meel; 1/4 boter; 1/4 suiker.  knapkook (Neeritter), Deeg op een plaat, van boven met eierdooier ingezeept, met suiker bestrooid en dan vóór het bakken in trapeziumvormen ingekrast. Er is dus geen moes (=sjpies) op. Heet knapkook omdat het wegens zijn hardheid knapt, als men er op bijt.  knapkook (Oirsbeek), enkel in Maaseik verkrijgbaar  knapkoek (Bilzen), Groot verschil in samenstelling met polkapletske  knapkook (Roermond), Knapkook ete Veer kochten eder ¯ne knapkook  knapkook (Maastricht), knapkook is een grote koek in de dikte van een vla, die met suiker dik wordt bestrooid. Wanneer deze koek uit de oven komt is de suiker gesmolten en vormt dan een glanzende laag over de hele koek (zeer zoete koek).  knapkook (Munstergeleen), knapkook: deeg bestrooien met suiker  knapkook (Stein), Knapkook: is groter dan keukske of pletske. Rond of ruitvormig.  knapkook (Swalmen), knapkook: rond, met suiker overheen  knapkook (Urmond), Knapkuch  knap’kóch (Bleijerheide, ... ), Limburg, 2 dm in doorsnee  knapkook (Echt/Gebroek), Nieuwe [spelling] Knapkook: groter dan pletskes en dun en plat van vorm en altijd rond en bestrooid met suiker  knapkook (Reuver), Rond en dun; speciaal Limburgs; de helft van een grote vla. Tekening zie vragenlijst  knapkook (Ittervoort), Speciaal gebak; boter, meel, suiker - ook suikerbestrooiing.  knapkook (Maasbracht), Speciaal in Midden-Limburg bekend Ins beugele veur beer mit knapkook of ei mupke Zelig Nuujaor, de knapkook is klaor, is-ter good gelök, dan gaef mich maar e sjtök  knapkoo:k (Roermond), speciaal soort droge en besuikerde koek (Maaseiker knapkoek).  knapkōk (Stokkem), Specialiteit in Maaseik, Wessem en Nederweert Verklw. knapkukske  knapkoôk (Altweert, ... ), Syst. Frings  knapkuk (Hasselt, ... ), Syst. Frings (?) Specialiteit van Maaseik.  knapkōu̯k (Kinrooi), Syst. Frings Geen of weinig eieren  knapkōk (Mechelen-aan-de-Maas), Syst. Frings Plat deeg  knapkuk (Hasselt), Syst. Frings Typisch Maaseiker gebak: plat rond gebak met dikke suiker.  knapkōk (Maaseik), Syst. Grootaers Van Maaseik; gewoonlijk rond  knap˂kuk (Lommel), Syst. IPA Knapkoek: hard.  knápku̞k (Kwaadmechelen), Syst. IPA Maaseikse specialiteit. Droge koek met perlésuiker.  knapkoͅk (Paal), Syst. Veldeke  knapkook (Roermond, ... ), Syst. Veldeke Dùn, grótter dan maelpletske, mèt vuel sókker, knappend.  knapkook (Tegelen), Syst. Veldeke Maaseiker specialiteit.  knapkook (Kinrooi), Syst. WBD  knap-kook (Urmond), knapkeu‧k (Tegelen), knapkoek (Oirlo), knapkook (Baarlo, ... ), knapkōēk (Wanssum), Syst. WBD Andere samenstelling van het deeg en het bakken  knapkook (Boekend), Syst. WBD Een eveneens specifiek Limb. gebak, dat nog steeds zeer veel door onze huisvrouwen zelf wordt gebakken. Voor een echt fijne smaak gebruiken ze dan bij voorkeur kippevet in plaats van boter of bakvet. De grootte varieert van 8 tot 15 cm doorsnede; ze worden vóór het bakken reeds met suiker bestrooid.  knapkòk (Tegelen), Syst. WBD Is een vla (deeg) enkel en alleen met suiker bestrooid. Men kan ook kleine langwerpige/ronde exemplaren krijgen.  knapkook (Limbricht), Syst. WBD knapkoek = met veel suiker. Plat en brak knappend af.  knapkoek (Leuken), Syst. WBD Knapkoek is groot, bros en met suiker bestrooid  knapkōēk (Meijel), Syst. WBD Knapkook = bros, besuikerd gebak van bladerdeeg.  knapkook (Panningen), Syst. WBD Knapkook is met suiker bestrooid.  knapkook (Maasniel), Syst. WBD Knapkook is ruitvormig. Men bakte vroeger knapkook als er een verse koe was. Het voornaamste ingredient is de gele honing, romige boter gestoten van de eerste melk, de zg. bee:smelk.  knapkoo:k (Maasniel), Syst. WBD Ruitvormig koekje.  knapkook (Melick), Syst. WBD Ruitvormig; "wybertje  knapkook (Tungelroy), Syst. WBD ~ is een gewone zoete koek, groter dan een gewoon koekje.  knapkook (Venlo), t Is már enne knápko‰k: het stelt niet veel voor  knápkoēk (Castenray, ... ), Verklw. knapkukske  knapkook (Venlo), koekje van overgeschoten deeg:   knapkook (Oost-Maarland) III-2-3