e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koekje biscuitenkoekje: Koekjes ook genoemd naar hun vorm.  biskwietekeukske (Thorn), bitterkoekje: Koekjes ook genoemd naar hun vorm.  bitterkeukske (Thorn), bokkenpootje: Syst. Veldeke Chocolade op uiteinde  bôkkepuëtjes (Kinrooi), boterkoek: boterkook (Grevenbicht/Papenhoven), Syst. Frings Ook: suikerkoek Ingrediënten: boter, suiker, eieren, vanillesuiker, bloem  bøtərkuk (Hasselt), boterkoekje: botterkeukskes (Roosteren), boterkeukskes: boterkoekjes  boterkeukskes (Stein), Syst. Frings  bø.tərkikskəs (Hasselt), Syst. Frings Met boter.  boͅtərkykskə (Opheers), Syst. WBD  bótterkeukske (Boukoul), boterplatsje: botterpletske (Heerlen), britskoek: Syst. WBD britskook: ongeveer als moskovitch-gebak.  britskook (Herten (bij Roermond)), caf-koek: Syst. Frings  kafikuk (Hasselt), kafəkuk (Halen), Syst. IPA Antwerpse specialiteit gemaakt van gerezen bladerdeeg.  káfikoͅk (Paal), caf-koekje: kafeekuikskes (Sittard), kaffeikikskes (Bilzen), Eigen syst.  kaffekeuksjke (Heerlen), Koekjes ook genoemd naar hun vorm.  kaffiekeukske (Thorn), Syst. Frings  kafəkykskə (Sint-Truiden), káfɛi̯kykskəs (Melveren), Syst. WBD Speciaal in Sittard bekend, is een langwerpig broodje met krenten en suikerlaag  ’n kaffeekuikske (Sittard), caf-platsje: Ronde, met suiker bestrooid.  kaffeepletsgere (Kerkrade), camps-mop: kampsmoͅp (Blitterswijck, ... ), Syst. WBD  camps-mop (Oirlo), chocoladekoekje: Syst. Frings Chocolade er op.  šəkla(ə)tkykskə (Opheers), cocoskoekje: Syst. Frings Met cocosnoot.  kokoͅskykskə (Opheers), dessertkoekje: Syst. Frings  dəsɛ̄rkēkskə (Gruitrode), dozijnbrioche: Syst. Frings Worden aan elkaar gebakken, nadien van elkaar losgemaakt. Ingrediënten: bloem, n weinig boter of vet, helft van bloem: melk; eieren, gist, suiker, n weinig zout, grove suiker om te bestrooien  doͅzēͅnbrioͅš (Hasselt), droog koekje: koekjes zonder kreem of chocolade.  dryx kø̄kskəs (Stokkem), Syst. WBD drûûg keukskes = theebiscuit  drûûg keukskes (Neer), franchipannetje: Syst. Veldeke  fransjiepannekes (Kinrooi), glace: Syst. Veldeke Met suikerspiegel  glasees (Kinrooi), halve-maantje: Syst. Frings  halfmoͅnkəs (Beverlo), hanekam: Syst. WBD hanekamp: koekjes als krentenbrood, kleiner, geglazuurd  hanekamp (Herten (bij Roermond)), havermoutplatsje: Syst. WBD  havermou.tpletske (Boukoul), janhagel: janhagel (Oirsbeek), kaaskoekje: Syst. Frings  kii̯əskikskəs (Hasselt), kattentong: kattetòng (Zonhoven), Syst. Frings Kattentongen: platte koekjes  katətōŋə (Bocholt), kletskop: kletskop (Venlo), Syst. Veldeke  kletskök (Roermond), Syst. WBD  kletskoppe (Venlo), Syst. WBD klètsköp worden bereid uit meel, suiker en honing.  klètsköp (Maasniel), klopje: klöpkes = peperkoek in deeg gemengd en platte rondekes gemaakt  klöpkes (Mechelen-aan-de-Maas), knapkoek: knapkook (Baarlo, ... ), knapkouk (Sittard), knapkëuk (Belfeld), (m.). mv.: {~k”k}. (= deeg met suiker).  knapkōk (Lanklaar), (Maaseik).  knapkok (Helchteren), 2/4 meel; 1/4 boter; 1/4 suiker.  knapkook (Neeritter), Deeg op een plaat, van boven met eierdooier ingezeept, met suiker bestrooid en dan vóór het bakken in trapeziumvormen ingekrast. Er is dus geen moes (=sjpies) op. Heet knapkook omdat het wegens zijn hardheid knapt, als men er op bijt.  knapkook (Oirsbeek), enkel in Maaseik verkrijgbaar  knapkoek (Bilzen), Groot verschil in samenstelling met polkapletske  knapkook (Roermond), Knapkook ete Veer kochten eder ¯ne knapkook  knapkook (Maastricht), knapkook is een grote koek in de dikte van een vla, die met suiker dik wordt bestrooid. Wanneer deze koek uit de oven komt is de suiker gesmolten en vormt dan een glanzende laag over de hele koek (zeer zoete koek).  knapkook (Munstergeleen), knapkook: deeg bestrooien met suiker  knapkook (Stein), Knapkook: is groter dan keukske of pletske. Rond of ruitvormig.  knapkook (Swalmen), knapkook: rond, met suiker overheen  knapkook (Urmond), Knapkuch  knap’kóch (Bleijerheide, ... ), Limburg, 2 dm in doorsnee  knapkook (Echt/Gebroek), Nieuwe [spelling] Knapkook: groter dan pletskes en dun en plat van vorm en altijd rond en bestrooid met suiker  knapkook (Reuver), Rond en dun; speciaal Limburgs; de helft van een grote vla. Tekening zie vragenlijst  knapkook (Ittervoort), Speciaal gebak; boter, meel, suiker - ook suikerbestrooiing.  knapkook (Maasbracht), Speciaal in Midden-Limburg bekend Ins beugele veur beer mit knapkook of ei mupke Zelig Nuujaor, de knapkook is klaor, is-ter good gelök, dan gaef mich maar e sjtök  knapkoo:k (Roermond), speciaal soort droge en besuikerde koek (Maaseiker knapkoek).  knapkōk (Stokkem), Specialiteit in Maaseik, Wessem en Nederweert Verklw. knapkukske  knapkoôk (Altweert, ... ), Syst. Frings  knapkuk (Hasselt, ... ), Syst. Frings (?) Specialiteit van Maaseik.  knapkōu̯k (Kinrooi), Syst. Frings Geen of weinig eieren  knapkōk (Mechelen-aan-de-Maas), Syst. Frings Plat deeg  knapkuk (Hasselt), Syst. Frings Typisch Maaseiker gebak: plat rond gebak met dikke suiker.  knapkōk (Maaseik), Syst. Grootaers Van Maaseik; gewoonlijk rond  knap˂kuk (Lommel), Syst. IPA Knapkoek: hard.  knápku̞k (Kwaadmechelen), Syst. IPA Maaseikse specialiteit. Droge koek met perlésuiker.  knapkoͅk (Paal), Syst. Veldeke  knapkook (Roermond, ... ), Syst. Veldeke Dùn, grótter dan maelpletske, mèt vuel sókker, knappend.  knapkook (Tegelen), Syst. Veldeke Maaseiker specialiteit.  knapkook (Kinrooi), Syst. WBD  knap-kook (Urmond), knapkeu‧k (Tegelen), knapkoek (Oirlo), knapkook (Baarlo, ... ), knapkōēk (Wanssum), Syst. WBD Andere samenstelling van het deeg en het bakken  knapkook (Boekend), Syst. WBD Een eveneens specifiek Limb. gebak, dat nog steeds zeer veel door onze huisvrouwen zelf wordt gebakken. Voor een echt fijne smaak gebruiken ze dan bij voorkeur kippevet in plaats van boter of bakvet. De grootte varieert van 8 tot 15 cm doorsnede; ze worden vóór het bakken reeds met suiker bestrooid.  knapkòk (Tegelen), Syst. WBD Is een vla (deeg) enkel en alleen met suiker bestrooid. Men kan ook kleine langwerpige/ronde exemplaren krijgen.  knapkook (Limbricht), Syst. WBD knapkoek = met veel suiker. Plat en brak knappend af.  knapkoek (Leuken), Syst. WBD Knapkoek is groot, bros en met suiker bestrooid  knapkōēk (Meijel), Syst. WBD Knapkook = bros, besuikerd gebak van bladerdeeg.  knapkook (Panningen), Syst. WBD Knapkook is met suiker bestrooid.  knapkook (Maasniel), Syst. WBD Knapkook is ruitvormig. Men bakte vroeger knapkook als er een verse koe was. Het voornaamste ingredient is de gele honing, romige boter gestoten van de eerste melk, de zg. bee:smelk.  knapkoo:k (Maasniel), Syst. WBD Ruitvormig koekje.  knapkook (Melick), Syst. WBD Ruitvormig; "wybertje  knapkook (Tungelroy), Syst. WBD ~ is een gewone zoete koek, groter dan een gewoon koekje.  knapkook (Venlo), t Is már enne knápko‰k: het stelt niet veel voor  knápkoēk (Castenray, ... ), Verklw. knapkukske  knapkook (Venlo), knapkoekje: knapkeukskes (Gronsveld), #NAME?  knapkeukske (Susteren), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  knapkeukskes (Berg-aan-de-Maas), Koekjes ook genoemd naar hun vorm.  knapkeukske (Thorn), Syst. Frings  knapkykskə (Achel), Syst. Frings Maaseiker koekje  knapkø̄kskə (Kessenich), Syst. WBD Gesneden uit grote knapkook: ruitvormig tot vierkant.  knapkeukskes (Neerbeek), Syst. WBD Is erg bros  knapkeukskes (Neer), Syst. Wbk. van Bree  knapkeekskes (Bree), koekernulletje: Mit de boodsjappe höb ich veur de kienjer e täötje koekernulkes mitgebrach  koekernu:lkes (Roermond), koekje: keuksjke (Heerlen), keukske (Haelen, ... ), keukskes (Guttecoven, ... ), kēkskəs (Opglabbeek), kikskes (Bilzen), kuks’ke (Tegelen), kuukske (Ottersum), ky(3)̄kskəs (Ketsingen), kykskə (Gennep, ... ), kykskəs (Tongeren, ... ), kökskes (Belfeld), køkskəs (Houthalen), kø̄kskəs (Maaseik, ... ), (algemeen).  keukskes (Oost-Maarland), (pletske = Roermond (knapkouk is groot formaat).  kuikske (Sittard), Allerlei soort gebak zoals het in de winkel te koop is.  keukskes (Oirsbeek), Allerlei soorten.  keukske (Roermond), altijd hetzelfde.  kykskə (Borgloon), Eigen phonetische  keukskəs (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  keukskes (Berg-aan-de-Maas), Geen afwijkende benamingen  kēūkskes (Puth), In het algemeen  kuikskes (Sittard), met speciale bedekking.  keukskes (Heerlen), Syst. Eijkman  kykskəs (Gennep), Syst. Frings  kekskəs (Gelieren/Bret, ... ), kēkskəs (Bree), koͅkskəs (Beringen), kykskə (Gingelom, ... ), køkskəs (Koersel), Syst. Frings Algemeen: koekje  kykskəs (Overpelt), Syst. Frings onz.  kēkskə (Gruitrode), Syst. Veldeke Nòw heite ze allemaol kúkskes of nach mier: koekjes  kúkskes (Tegelen), Syst. WBD  keukskes (Baexem, ... ), kukske (Venlo), kukskes (Venlo, ... ), Syst. WBD Andere samenstelling van het deeg en het bakken  kökskes (Boekend), Syst. WBD Betekenis van pletskes en kukskes is hetzelfde  kukskes (Tegelen), Syst. WBD Keukske is het neutrale woord.  keu.kskes (Maasniel), Syst. WBD Soortnaam  keukskes (Melick), Syst. WBD Vroeger sprak men hier altijd van "pletrskes", thans is dit "kukskes"de naam voor gewone koekjes  kukskes (Venlo), Tegenwoordig keukskes, vroeger pletskes.  keukskes (Swalmen), koffiekoek: Syst. Frings  koͅfiky(3)̄k (Hamont, ... ), Syst. Veldeke Speculaasachtig dikke, ovale  koffiejkeuk (Kinrooi), Syst. WBD koffiekook: met rozijnen.  koffiekook (Herten (bij Roermond)), koffiekoekje: koffiekeukskes (Oost-Maarland), #NAME?  koffekeukske (Susteren), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  koffiekeukskes (Berg-aan-de-Maas), koffekeukske is een klein plat rond of vierkant koekje met een plukje roomboter erop.  koffekeukske (Munstergeleen), Syst. Frings  koͅfīkøkskəs (Neerpelt), Syst. Frings onz.  koͅfikēkskə (Gruitrode), Syst. WBD  kóffekeukske (Roermond), Syst. WBD Rond.  koffiekeukskes (Neerbeek), koffieplatsje: Syst. Veldeke Ekstra, vur visite.  kóffiepletske (Tegelen), lang vingertje: Syst. Frings  laŋveŋərkəs (Hamont), lange vinger: lang vingers (Grevenbicht/Papenhoven), Syst. WBD  lange vingers (Tegelen), lange-vingerkoekje: Syst. Frings Lange-vingerkoekjes: langwerpige koekjes.  laŋ veŋərkø̄kskəs (Bocholt), maaseiker: Het Belgische grensplaatsje is onder meer bekend voor zijn uitstekende knapkoek, een rond, plat besuikerd gebak van bijzonder goed deeg, middelijn 15 a 20 cm, dikte 1 cm  maazeiker (Sittard), maaseiker knapkoek: maaseiker knapkook: rond  maaseiker knapkook (Grathem), macroon: Syst. WBD  makrón (Boukoul), mekrôns (Velden), Syst. WBD Dit is een koek waarin macaron is verwerkt.  mecrons (Venlo), macroontje: Syst. Frings  makronskəs (Hamont), makəroͅŋskə (Hasselt), Syst. Frings Ingrediënten: geraspte amandelen, amandel essence, bloem, suiker, eiwit en als bodem: n ouwelpapiertje  makroͅŋskə (Hasselt), Syst. Veldeke Met cocosnoot  makronnekes (Kinrooi), marie-koekje: Syst. WBD  marie-kuukske (Oirlo), meelkoekje: meèlkeukskes: droge koekjes  meèlkeukskes (Stein), meelplatsje: maelpletske (Venlo), mael’pletske (Tegelen), Syst. Veldeke Waas n bleik tamelik sjmaakloos dingk.  maelpletske (Tegelen), mlange: Syst. Frings  mēla͂gə (Beringen), mocca-koekje: moccaköökjes (Grevenbicht/Papenhoven), moffelkoek: Syst. WBD moffelkook: betere soort brooddeeg.  moffelkook (Herten (bij Roermond)), molenkoek: Syst. Frings Roggekoek met krenten  mø̄ləkōk (Kessenich), molenkoekje: Syst. Veldeke Kinroois VVV-koekje  ’t meulekeukske (Kinrooi), mop: mop (Meeswijk, ... ), Syst. Frings Moppen: kleine ronde.  moͅpə (Linde), Syst. WBD  moppen (Ottersum), Tongerse specialiteit  moep (Tongeren), Verklw. m‹pk\\n koekje van allerlei afmetingen en gehalte  mop (Lommel), mop met een gat in: Syst. WBD  mop mit en gat ien (Oirlo), mopje: mipke (As, ... ), möpkes (Middelaar), møͅpkə (Gennep, ... ), liedje klein kind Kóm mien möpke, spuit n möpke dan kriede n möpke: Kom mijn kind, speel een liedje dan krijg je een koekje  möpke (Castenray, ... ), Möpkes wordt vooral gebruikt voor goedkopere koekjes  möpke (Ottersum), Syst. Frings  møͅpkə (Hamont), Syst. WBD  mupkes (Meijel), mupkus (Nederweert), möpke (Oirlo), möpkes (Ottersum), Syst. WBD mupke = koekje  mupke (Leuken), nieuwjaarswafeltje: Knijpkoekjes.  nuijoarsjweffelchere (Kerkrade), pain la grec: Syst. Frings Ingrediënten: bloem, boter, kaneel, eieren, melk, grove kristal, suiker, gist - speciale bewerking  peͅləgreͅk (Hasselt), peekverjennetje: peekverjenneke (Maastricht), petit-beurre-tje: pətibø͂ͅrkəs (Helchteren), Syst. Frings Ingrediënten: bloem, water, melkpoeder, boter, eieren, alkali, bicarbonade  pətibørkəs (Hasselt), Syst. Wbk. van Bree  petit-beurkes (Bree), platsje: pletjskes (Munstergeleen), plets-je (Bleijerheide, ... ), pletsgere (Kerkrade), pletske (Echt/Gebroek, ... ), pletskes (Belfeld, ... ), plets’kes (Tegelen), plètskes (Valkenburg), plɛskə (Gennep, ... ), plɛtskə (Blitterswijck, ... ), (rond, plat, met suiker bestrooid).  pletske (Oost-Maarland), Alleen deze twee vormen (wiebertje en bloemvorm T.v.d.W. plat koekje met suiker.  pletske (Roermond), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  pletskes (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst. Een pletske is een plat rond gebakje zo groot als n kleine hand. Bestrooid met suiker.  pletske (Heerlen), Er zijn vele variaties.  pletskes (Mechelen), Ins beugele veur beer mit knapkook of ei mupke of pletske  pletske (Roermond), kleine "plats  pletske (Venlo), Meervoud: pletsjere  pletsje (Bleijerheide), Meestal rond en plat.  pletske (Sittard), Nieuwe [spelling] Pletskes: kleine koekjes van verschillende vorm: rond, vierkant, ovaal, stervorm enz. enz.  pletskes (Reuver), Plat en rond, van boven met suiker bestrooid  pletskes (Oirsbeek), pletjske is een koekje wat men na de bevrijding van de Geallieerden ook kreeg. Zij kunnen in water of melk gelegd worden waardoor ze opkwellen. Soort papkoekje, wordt heel licht gebakken van tarwemeel met water.  pletjske (Munstergeleen), Pletske: het oude woord. Vgl. plats.  pletske (Haelen), Pletskes: algemene benaming en komt dan overeen met het Nederlandse koekjes.  pletskes (Ubachsberg), Syst. Veldeke  pletzjer (Bocholtz), Syst. Veldeke Vruger heetten alle koekjes "pletskes".  pletskes (Tegelen), Syst. WBD  pletskes (Meijel, ... ), pléts-jer (Kerkrade), plétskere (Mechelen), Syst. WBD Betekenis van pletskes en kukskes is hetzelfde  pletskes (Tegelen), Syst. WBD Geen andere naam bekend  pletskes (Blerick), Syst. WBD Koekjes waren pletskes  pletskes (Broekhuizen), Syst. WBD Pletske = meelkoekje  pletske (Venlo), Syst. WBD Pletske is effen (kaal).  pletske(s) (Maasniel), Syst. WBD pletske: koekje in het algemeen.  pletske (Boukoul), Syst. WBD Pletskes = koekjes  pletskes (Panningen), Syst. WBD pletskes waren koekjes in Limburg algemeen  pletskes (Wanssum), Syst. WBD Soortnaam  pletskes (Melick), zonder bedekking.  pletskes (Heerlen), pletsertje: Uitsluitend verklw.  plet’serke (Altweert, ... ), polkaplatsje: Groot verschil in samenstelling met knapkook  polkapletske (Roermond), s-platsje: es-pletsgere (Kerkrade), sletsertje: Uitsluitend verklw.  sletserke (Altweert, ... ), soldatenkoek: seldotekûk (Eksel), sprits: sjprits (Baarlo, ... ), Syst. WBD  spriets (Velden), sprits (Oirlo), spritskoekje: Syst. Veldeke Korrelig suikerkoekje.  spritskeukskes (Kinrooi), sterretje: štɛrkə (Sittard), Syst. Frings  stɛrəkəs (Neerpelt), stronten: stro.nte (Hasselt), stuit: Syst. Frings Koek met krenten (tarwekoek).  styt (Kessenich), suikerkoek: Syst. Frings Ook boterkoek. Ingrediënten: boter, suiker, eieren, vanillesuiker, bloem  sukərkuk (Hasselt), Syst. Frings Veel eieren  soͅkərkōk (Mechelen-aan-de-Maas), suikerkoekje: Eigen syst.  soekkerkeuksjke (Heerlen), suikerplatsje: sokkerpletske (Vlodrop), theekoek: (m.).  tēkok (Helchteren), theekoekje: theekeukskes (Oost-Maarland), bij de thee  tēēkeukskes (Roosteren), vingerkoekje: Syst. Veldeke Babykoekjes  vingerkeukskes (Kinrooi), vrouwentong: Syst. Veldeke Malse langwerpige chocoladekoekjes.  vrouwetônge (Kinrooi), waterkoekje: Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  waterkeukskes (Berg-aan-de-Maas), watermopje: Syst. WBD  watermöpkes (Broekhuizen, ... ), waterplatsje: waterpletske (Baarlo, ... ), Syst. Eykman Droog koekje  wātərplɛtskə (America), Syst. Veldeke Waas n bleik tamelik sjmaakloos dingk.  waterpletske (Tegelen), Syst. WBD  waterpletske (Velden, ... ), waterpletskes (Baarlo), waterplétskes (Tegelen), Syst. WBD Andere samenstelling van het deeg en het bakken  waterpletske (Boekend), weense mop: weense moppe (Oirsbeek), wessemer knapkoek: wessemer knapkook: rond  wessemer knapkook (Grathem), wijnkoekje: Syst. Frings  wɛ̄ŋkykskəs (Melveren), zandkoekje: zankkukske (Baarlo), Syst. Frings  zantkikskəs (Hasselt), zōͅi̯tkēkskə (Gruitrode), Syst. Frings Droog.  zantkykskə (Opheers), Syst. Frings Met veel suiker.  zantkekskə (Linde), Syst. Veldeke  zandjkeukskes (Roermond), Syst. WBD  zandkukskes (Velden), zandkuukske (Oirlo), Syst. WBD zanjdkeukskes: meel, boter, suiker.  zanjdkeukskes (Herten (bij Roermond)), Syst. Wbk. van Bree  zandkeekskes (Bree), zijn droog  zandjkeukskes (Roosteren), zoutkoekje: Syst. Frings  zātkikskəs (Hasselt) als een drol gedraaide Sint-Niklaaskoeken met rozijnen en een klontje suiker erbovenop ingeduwd || benamingen voor koekjes [N 16 (1962)] || Bijzondere gerechten voor feestdagen [N 16 (1962)] || droog koekje, zonder suiker gebakken || droog suikerloos koekje || dunne in ruitvorm (ook wel rond) bros gebakken besuikerde koek || grote ronde koek met in het midden een gat (Camps had op alle kermissen een kraam) || grpte ronde koek met in het midden een gat (Camps had op alle kermissen een kraam) || hard, langwerpig koekje || hard, rond of langwerpig koekje || kaakje || klein stervormig koekje met gekartelde rand, gebakken van speculaasdeeg met amandelen || knapkoek || knapkoek, boterkoek (soms met een weinig ammonia in het beslag bereid), ter gelegenheid van de kermis gebakken || knapkoek, dunne knapperige en besuikerde (aanvankelijk ruitvormig, later ronde) koek als lekkernij || koekje || koekje als traktatie bij koffie of thee || koekje of chocolaatje, min of meer in de vorm van een kattetong || koekje van Peek Frean en Co. || koekjes || koekjes (alg) || koekjes van meel en water || Koekjes van onbepaalde vorm, van overgeschoten deeg gebakken voor kinderen (kreupelkes?) [N 16 (1962)] || Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] || Maaseiker knapkoek || mop, het eenvoudige, harde, ronde koekje dat algemeen werd gebakken || plat en rond koekje met gekartelde rand en van boven met suiker bestrooid || plat koekje || rond, dun, bros gebak || ruitvormig geel gebak met een scheut ammoniak in het beslag || soort koekje || Vla bedekt met een droog mengsel van boter, basterdsuiker en meel (greumelkeskoek, struiselkoek?) [N 16 (1962)] || vlaai (zonder belegsel) || Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] || Wentelteefjes (fleweene brood, fluweele brood, verdwene brood, verwèène brood?) [N 16 (1962)] || zandkoekje || zeer kleine bolvormige koekjes III-2-3