e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit bewaren laten rijpen: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  loate riepe (Bree) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3
fruit eten snatsen: snaotse (Bree), vooral onrijp fruit  snātsen (Bree) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] || snoepen [ZND 07 (1924)] III-2-3
fruit, slechte kwaliteit kraak: krā.k (Bree), kraatsel: kraatsel (Bree), krā.tsəl (Bree) [ZND m]fruit, slecht, minderwaardig — I-7
fruiten fruiteren: frûtère (Bree) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm made: māj (Bree) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia fuchsia: -  fuuksia (Bree) fuchsia [DC 57 (1982)] III-2-1
fuik fuik: fûk (Bree) Fuik. III-3-2
fundament fundering: føndē̜reŋ (Bree) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
fundament van de schoorsteen plateau: plátō (Bree) Het metselwerk waarop de schoorsteen rust. Een fundament voor een meestal buiten de muur liggende schoorsteen opmetselen werd in Q 121 'een console uitmuren' ('eŋ kǫnsǫl ūsmūrǝ') genoemd. [N 32, 25b; monogr.] II-9
funderingssleuven uitsteken fundamenten uitgraven: føndāmęntǝ øjt˲grāvǝ (Bree) Gleuven uitsteken langs de vier wanden op de bodem van de uitgegraven kelderruimte. In de sleuven worden later de fundamenten geplaatst. Zie voor het woordtype 'gescheuten' (Q 194) ook RhWb dl. VII, k. 962, s.v. 'Geschäu': ø̄das Mauerwerk aus Bruchsteinen an der Erde, auf dem die Balkenlage des Fachwerkhauses ruht.ø̄ [N 30, 25a; monogr.] II-9