e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goedzak bluts: Mersi-j, de bös nûw ins echt ein gooj bluts Syn. dimpel  bluts (Bree), ook materiaal znd 24, 22  bléts (Bree), flabbes: flabbes (Bree), goede sok: goj zoͅk (Bree), goede zak: ein gooi zak (Bree), goede ziel: gooi ziêl (Bree), lobbes: Syn. flabbes, ein gooiziêl, ein gooi zok...  löbbes (Bree), lommel: luməl (Bree) een goedzak van een mens [ZND B1 (1940sq)] || goedaardige sul || goedzak [ZND 01 (1922)] || goedzakkig mens III-1-4
golf baar: baar (Bree) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
golven ww. golven: golve (Bree) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gombal zjiep-ke: zjiepke (Bree) siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)] III-2-3
gooien gooien: guiën (Bree), guje (Bree), gyijə (Bree), gyjə (Bree), Bree Wb.  guje (Bree), smijten: smieten (Bree), Bree Wb.  smi-jte (Bree) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || smijten [ZND m] III-1-2
gort gemalen koren: gemale kure (Bree) gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)] III-2-3
goudenregen (laburnum anagyroides med.) goudenregen: Bree Wb.  guiwe règen (Bree) Gouden regen (cytisus laburnum). Goudgele bloemen in rijke, hangende trossen. De blaadjes zijn 3-tallig. Op de vlag (dit is het grootste kroonblad) zit een bruin honingmerk. De bloem heeft geen honing, maar wel een vlezige ring met voedsel voor insekten. [N 92 (1982)] III-2-1
goudhaantje bospiepertje: bospieperke (Bree) goudhaantje III-4-1
gouverneur gouverneur (<fr.): gouverneur (Bree) de officiële vertegenwoordiger van de koningin [koning] in een provincie [commissaris, gouverneur] [N 90 (1982)] III-3-1
graaf graaf: eine graaf (Bree, ... ), grāf (Bree), Naast groof.  grāf (Bree) graaf [ZND m] || Graaf. [ZND 35 (1941)] III-3-1