e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aswoensdag asgoensdag: aschgoonsdig (Bree), asgo.nsdich (Bree), asgoonsdig (Bree), asgōnsdig (Bree), asgōnzig (Bree) Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)] || Aswoensdag. [ZND 19A (1936)] III-3-3
aszeef assenzeef: asəzīəf (Bree), voor as van kachel  asəzif (Bree), kolenzeef: voor steenkool  kuləzif (Bree) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
atelier atelier (fr.): ateljee (Bree) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk augurk: Bree Wb.  augurk (Bree) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7
aureool lichtkrans: leechtkrans (Bree) De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)] III-3-3
autoped trottinette (fr.): trotinöt (Bree), troͅtinøͅt (Bree), /  trontinet (Bree), trontinetten (Bree), trottienet (Bree) Autoped, step. || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || step [SND (2006)] III-3-2
avegaar draaiboor: drɛjbȳr (Bree), ever: ē̜vǝr (Bree) Grote handboor met schroef- of lepelvormig uitlopend boorijzer dat met een dwarsstang wordt rondgedraaid en dient om zeer diepe en/of wijde gaten te boren. Zie ook afb. 79 en 80. De avegaar wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de naven van karwielen mee uit, terwijl de klompenmaker de avegaar gebruikt om er aan de binnenkant van klompen hout mee weg te halen. Dit lemma bevat alleen algemene benamingen voor de avegaar (onder A), de schroefavegaar (onder B) en de lepelavegaar (onder C). Specifieke uitvoeringen van de avegaar zoals die bijvoorbeeld door de kuiper, de klompenmaker en de wagenmaker worden gebruikt, worden behandeld in de paragrafen over de terminologie van deze beroepen. Vgl. voor het woordtype never, dat werd opgegeven door respondenten uit Swalmen, Geulle en Valkenburg (L 331, Q 18, Q 101) ook het Limburgs Idioticon, pag. 176, s.v. never, ø̄Kruisboor. Geh. Kempenlandø̄ en voor het woordtype borendrouw uit Eupen (Q 284) RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄. Met de lepelavegaar werken werd in Hasselt (Q 2) uitbuikeren (ø̜̄ǝt˱bø̜̄.kǝrǝ) genoemd. [N G, 32a; N 53, 167a-c; L 32, 35; A 32, 8; monogr.] II-12
averechts, achterstevoren achterstevoren: Opm.: in mod. dialect hoort men doorgaans achterste vèèr.  echterste vèèr (Bree), averechts: èverechts (Bree, ... ), eerste accent grave: op de e  `ēverèchts (Bree), links: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  links (Bree), rats verkeerd: rats vərkiərt (Bree) achterstevoren, averechts || averechts [ZND m] || niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)] || verkeerd, averechts (verhard, keeraats) [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
avondgebed avondgebed: aovendgebed (Bree) Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
avondmaal avondbrood: oͅ‧vəntbru‧ət (Bree), De boerenmensen eten hier als het donker wordt, in de zomer 20 uur in de winter 17 uur, in de winter  oͅvindbroed (Bree), avondkost: De boerenmensen eten hier als het donker wordt, in de zomer 20 uur in de winter 17 uur, in de winter  oͅvindkost (Bree), avondskost: oaveskost (Bree), ōͅvəskost (Bree), souper: supé (Bree) de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 18 à 19 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3